Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 1671]
| |
de platen door hem in het Bijbelwerk van Hoet geleverd, ook vele titels en boekprenten vervaardigd, zoo naar zijn eigen ontwerp als naar de teekeningen van andere Meesters. Het schijnt, dat hij zich eenige tijd in Engeland heeft opgehouden, vermits men in de aldaar in 1700 uitgekomen uitgave van Cowley's gedichten, eene plaat van hem vindt, voorstellende David op zijne harp spelende. Ook worden er zwarte kunstprenten met den naam van A. van Buysen gevonden. Volgens sommigen zouden er twee Kunstgraveerders van dien naam bestaan hebben, van welke de jongste nog in 1743 te Amsterdam leefde.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. I. bl. 265; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts. |
|