Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Hans Busschaert]BUSSCHAERT (Hans), bijgenaamd de Wever, was een beroemd Leeraar onder de Doopgezinden in Friesland. Bij de rampzalige twisten tusschen de Friesche en Vlaamsche Doopsgezinden zonderde hij zich van de Friesche af en was vervolgens een der hoofden van de Vlaamsche partij en hare voornaamste spreker. 's Mans drift en onverzettelijkheid waren niet geschikt om de breuken te heelen, en toen er in 1586 eene scheuring onder de Vlamingen ontstond; waarvan wij hiervoor op BintgensGa naar voetnoot(1) gesproken hebben, hield Busschaert de partij der Huiskoopers; doch deze zonderden 30 jaren later nog eene partij van zich af. Er was namelijk iemand, die wegens schulden, vooral op aandrang van Busschaert, zou in den ban gedaan worden, tegen het gevoelen van Jakob van der Molen, mede een der Huiskoopers. De laatste werd te gelijk met den schuldenaar gebannen en hun aanhang ontving alzoo den naam van Bankeroetiers.
Zie Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Friesl., bl. 109-114. |
|