Hij was een ijverig begunstiger der Dichters, en daarbij ook zelf een beoefenaar der dichtkunst, Joost van Vondel wijdde hem zijne vertaalde Herscheppingen van Ovidius toe, waarvoor hij hem uit erkentenis met eenen fraaijen zilver-vergulden drinkkop beschonk. Eene warme vriendschap verbond hem aan den uitmuntenden Dichter Johannes Antonides van der Goes, wien hij tevens tot Mecenas was. Behalve een goed aantal gedichten op boeken, lijk-, trouw- en geboortedichten, schijnt zijne liefhebberij zich inzonderheid gevestigd te hebben, op het vervaardigen van tooneelstukken, en in dat vak bepaalde hij zich het meest tot vrolijke blijspelen en kluchten.
Men heeft van hem:
Heautontimorumenos of Eigenzelfkweller. Amst. 1662. 4o.
Astrate, Koning van Cyrus. treursp. Amst. 1670, tweede druk 1671.
Amphitruo. blijsp. Amst. 1679. 8o.
Bedriegerijen van Scapijn. kluchtsp., tweede druk 1696. 8o.
Triomferende Min. vredesp., gemengt met Zang- en Snarenspel, Vliegwerken en Balletten. Amst. 1686. 4o.
Tafelspelletje ter Bruilofte van A. Tall en B. Brasser. 1691.
Arete, of strijd tusschen den Pligt en Min. treursp. Amst. 1692. 8o.
De Ryswykse Vredevreugd, op muzijk. 1697. 8o.
De Bruiloft van Kloris en Roosje. kluchtsp. Leid. 1707.
De Geschaakte Gezusters. blijsp. 's Gravenh.
Gezusters of bewoge Huwelijkhaatsters. blijsp. 's Hage 1716. 8o.
De Schoonste, of het ontzet van Scheveningen. blijsp. 's Hage 1717. 8o.
De Min- en Wijnstrijd. hardersp. 's Hage 1719. 8o.
Arlekijn, versierde erfgenaam. kluchtsp. Leyd. 1719. 8o.
Arlekyn door Liefde. kluchtsp. 's Gravenh.
Verliefde Poëet. Vastenavondsp. Amst. 1721. 8o.
Zie de la Rue, Gelett. Zeel., in het Berigt voor den tweeden druk bl. 389 en 390; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; J. de Vries, Proeve eener Geschied. der Nederd. Dichtk., D. II. bl. 116 en 117; Witsen Geysbeek, Biogr. Woordenb. der Nederd. Dicht.; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letteren en Wetens., D. I. bl. 360; Biogr. Nation.; Algem. Woordenb. der Zamenl.; Biogr. Univers.