[Huych Jacob Bruynsz]
BRUYNSZ. (Huych Jacob), Leenman, wonende te Delft, komt voor op eenige lijsten van teekenaars van het Verbond der Edelen en werd ook ingevolge aanschrijving der Landvoogdes den 11den Junij 1566 voor Commissarissen van den Hove geroepen om te verklaren: ‘wat affectie ende genegenheid hij tot den dienst van den Koning had; ende of hij gezind was het met Zijne Majesteit te houden en denzelven tegen een ieder te dienen in hetgeen hem wegens Zijne Majesteit zal worden bevolen te gehooren, alles ingevolge de verpligting van zijne Leenen en van den Eed, alsmede om te renuncieren van alle Verbonden, Confederatiën en Obligatiën ter contrarie.’
Het schijnt dat hij voor Commissarissen verschenen is en zich aldaar geregtvaardigd heeft.
Zie d'Yvoij van Mijdrecht en Beeldsnijder, Verbond en Smeekschr. der Edelen, bl. 2, 40, in welk werkje ook het facsimile zijner handteekening voorkomt.