[Jan van Brussel]
BRUSSEL (Jan van), ook Momburnus of Mamburnus genoemd, ontleende zijnen eersten naam naar zijne geboorteplaats. In zijne jeugd werd hij naar Utrecht gezonden, en, aldaar in de kathedrale kerk opgevoed, alwaar hij in de talen en de Italiaansche zangkunst werd onderwezen. Zijne eerste letteroefeningen ten einde gebragt hebbende, trok hij het geestelijke kleed aan en werd Reguliere Kanunnik in het beroemde klooster St. Agnetenberg, bij Zwolle. Hij werd vervolgens met onderscheidene bedieningen belast bij de Broederschap te Windesheim, waar destijds de kerkelijke tugt in eenen bloeijenden toestand en goede orde was. Vervolgens werd hij in 1497 naar Frankrijk geroepen, ten einde de Reguliere Kanunnikken van dat Rijk, die meestal een ongebonden leven leidden, en in alle ligtmisserijen als het ware verzonken waren, door zijnen gestrengen tugt te verbeteren, waarin hij ook bijzonder wel slaagde. Daarna werd hij tot Abt van Livri aangesteld, en overleed te Parijs in het begin van 1503, betreurd door ieder, bij wien godsvrucht en deugd in eere wordt gehouden. Zijn lijk werd naar de Abdij van Livri gevoerd en in de kerk aldaar begraven. Hij heeft in druk uitgegeven:
Rosetum exercitiorum spiritualium et sacrarum meditationum in quo etiam habitur materia predicabilis per totum annum circulum. Basil. 1491, waarvan naderhand nog onderscheidene drukken het licht zagen.
Zie de Chalmot, Biogr. Woordenb.