[Jan Jansz. Brund]
BRUND (Jan Jansz.), werd in 1634 als Krankbezoeker van Batavia naar Ternate gezonden, van daar teruggekomen, in 1640, na afgelegd examen, tot Predikant bevorderd, en vertrok als zoodanig naar Amboina; terwijl hij hier stond werd hij in 1645 naar Kaybobo, op het eiland Ceram, gezonden, welks bevolking den Landvoogd Demmer verzocht had in de Christelijke godsdienst onderwezen te worden. Brund, die zich bijzonder op het aanleeren van Maleisch had toegelegd, was daar van veel nut, en mogt zijne prediking met een gewenscht gevolg bekroond zien. In dat zelfde jaar nog zond hij de door hem vervaardigde Maleische vertaling van zeker vraagboekje naar Batavia, met verzoek dat het nagezien en naar het Vaderland ter drukpers mogt gezonden worden. Van 1647 tot 1649 was hij Predikant op het eiland Honimoa, doch vervolgens, een springtogtje naar Batavia gedaan hebbende, kwam hij, kort na zijne terugkomst, op Amboina te overlijden, hetgeen als een groot verlies voor het Christendom aldaar beschouwd werd, alzoo hij een zeer taalkundig en ijverig man was, die zeer veel lof door het werk zijner bediening en door zijnen ijver in het uitroeijen van de afgoderij verdiend heeft. Ook had hij, behalve het voorzeide vraagboekje, nog eenige andere vraag- en gebedeboekjes vertaald.
Zie Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indiën, D. I. b. bl. 389, D. II. a. bl. 52, 53, 54, 55, 140, 141, D. IV. b. bl. 18, 20, 21, 36, 39, 40.