[Jakob Dirksz. Brouwer]
BROUWER (Jakob Dirksz.), een zoon van Dirk Jansz. Brouwer en alzoo een neef van den voorgaande, had even als zijn broeder Jan Dirksz. Brouwer, met hunnen vader en oom stad en land verlaten, ten einde de vervolging te ontgaan en daarna waren beide, zoo als wij reeds in de voorgaande artikelen gezien hebben, onder de voornaamsten die Enkhuizen hielpen omslaan. Inzonderheid werkte Jakob Dirksz., die met Pieter Luitjes Buiskes door het volk tot Hopman verkozen was, zeer veel mede om zijne vaderstad van het drukkende juk der Spaansche tirannij te verlossen; nemende hij, onder anderen, met eenige burgers den Zuider- of Engelschen toren in. Hij overleed den 18den Maart 1635.
Zijn afbeeldsel, door N. Bary in het koper gesneden, komt voor in (Brants) Historie van Enkhuisen en door Reinier Vinkeles in Kok, Vaderl. Woordenb. en de Chalmot, Biogr. Woordenb. Onder het eerste leest men:
Myn yver trad op 't spoor van Vader, Oom en magen,
Ik hielp het Spaensche jok van lijf en siel verjagen.
Elk burger slae nu op den grondt by ons geleidt,
En wacht sich, met den Staat, voor nieuwe dienstbaerheit.
In het jaar van zijn overlijden werd in het Doophek der Sint Pankras- of Zuiderkerk te Enkhuizen, ter zijner gedachtenis, een gedenkteeken geplaatst waarop men leest: