[Joost van Bronkhorst]
BRONKHORST (Joost van), Heer van Honnepel, zoon van Dirk van Bronkhorst en Batenburg, Heer van Honnepel en Nederwormter, en van Elizabeth van Limburg Styrum, was een der teekenaars van het Verbond der Edelen en woonde in zijne heerlijkheid Honnepel buiten Kalkar in het Land van Kleef, toen hij uit kracht van een mandament, den 28sten Mei 1568, te Antwerpen verleend, gedagvaard werd, om voor gemagtigden van Alva, binnen die stad te verschijnen. Niet verschenen zijnde, werd hij, bij vonnis van Alva, den 30sten September daaraanvolgende gebannen. Wat hij later ten voordeele der vrijheid verrigt heeft vindt men niet opgeteekend.
Hij had in huwelijk Johauna van Brederode, bij wie hij slechts eene dochter verwekte, Geertruid van Bronkhorst.
Zie van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 890 eu 891; Marcus, Sententiën van Alva, bl. 128-130; te Water, Verb. der Edelen, St. II. bl. 305, St. IV. bl. 433; de Chalmot, Biogr. Woordenb.