Kapitein Aide de camp benoemd stond hij bij de reserve armee en maakte in 1806 en volgende jaren, als Luitenant-Kolonel bij den Generalen staf met het Hollandsche leger den veldtogt in Duitschland mede; vervolgens, in 1810, met het geheele leger in Franschen dienst, als chef d'escadron bij den Generalen staf, overgegaan, woonde hij den veldtogt in Rusland bij, werd in November 1812 bij de Berezina gekwetst. Na hiervan hersteld te zijn, deed hij in 1813 dienst bij het Fransche leger in Westphalen en Saksen en bekwam weder eene wonde in den slag bij Bautzen, den 21sten Mei. In 1814 zijne demissie bij het Fransche leger hebbende genomen, werd hij den 19den Augustus van dat jaar tot Kolonel van den Generalen staf bij het Nederlandsche leger benoemd, den 21sten April 1818 tot Generaal-Majoor en later gepensionneerd met den rang van Luitenant-Generaal. Den 21sten December 1826 tot Lid van het Hoog-Militaire Geregtshof aangesteld, overleed hij te Utrecht den 11den Mei 1844. Hij was gehuwd geweest met Wilhelmina Henriette Gockinga, uit Groningen, uit welk huwelijk geene kinderen zijn gesproten.
Briatte was een edel en gedienstig man en tot blijk van zijnen moed, versierd met de ridderorden van het legioen van eer en van den Nederlandschen leeuw.
Uit partikuliere berigten bijeengebragt.