die mede het tooneel betrad tot in 1680, toen een pensioen van 1000 livres bekwam en den 22 April 1713 overleed. Men heeft van hem:
La feinte Mort de Jodelet en vers. 1660.
La Noce de Village, en vers. 1660.
Le Jaloux invisible, en trois actes et en vers. 1666.
l'Ombre de Molière. 1674.
La Régale des cousins de la cousine, Comèdie en vers. Franef. 1674.
Timon tragédie 1684.
l'Infante Salicoque, dat niet gedrukt maar in 1667 ten tooneel gevoerd is.
Alle deze stukken zijn in vergetelheid geraakt, zoo als zij zulks trouwens ook verdienden.
Brecourt, in 1678, te Fontainebleau met Lodewijk XIV op de Jagt zijnde, verdedigde zich tegen een everzwijn, dat op hem aanviel, met zooveel kracht, dat hij het den degen tot aan het gevest in het lijf stak. De Koning, voor wien hij nooit met meer luister zijnen rol vervuld had, vroeg hem ot hij niet gewond was en zeide dat hij nimmer eenen zoo hevigen degenstoot had zien geven.
Zie Biogr. Nation; Biogr. Univers.