[Cornelis van Bracht]
BRACHT (Cornelis van), geboren te Pijnacker, vermoedelijk een bloedverwant der beide voorgaanden, werd den 20sten Maart 1689 Ondste bij de Doopsgezinde gemeente te Dordrecht, doch was der gemeente tot aanstoot, waarschijnlijk wegens zijne ergerlijke levenswijze, wordende hij in eenige spotdichten als een schijnheilige en wellusteling ten toon gesteld. Hij beoefende de Nederduitsche dichtkunst en schreef:
Vredezang, opgezongen ten troost der gemeente op den 7den Junij 1682. Dordr. 1682. 4o. waarachter men ook vindt D. van Deyl, Sions Vredewensch.
Ook vervaardigde hij Lofdichten op de werken zijner tijdgenooten, die alle vrij vloeijend zijn doch anders van geen verheven aanleg getuigen.
Zie Schotel, Kerk. Dord., D. I. bl. 360, D. II. bl. 218, 219, 763; Biogr. Woordenb. der Nederd. Dicht. ten verv. op Witsen Geysbeek.