[Jacob Braat]
BRAAT (Jacob) was, in de zeventiende eeuw, een geleerd Boekdrukker te Dordrecht, die mede de Nederduitsche lier handteerde; terwijl zijne gedichten bij zijne tijd- en stadgenooten zoo geacht waren, dat men ze bij die van Propertius vergeleek. Zoo veel wij weten is er evenwel geen afzonderlijke bundel van hem gedrukt, doch men vindt zijne poëzij voor de werken, welke bij hem gedrukt werden, en vóór die van Simonides, Borstius enz. De verzen, die ons van hem in handen vielen, komen ons, niettegenstaande den ophef die zijne tijdgenooten er van maakten, zeer middelmatig voor.
Zie Schotel, Kerk. Dord. D. I. bl. 458; Biogr. Woordenb. over Nederl. Dicht. ten vervolge op Witsen Geysbeek.