[Hendrik Botter]
BOTTER (Hendrik), te Amerssoort geboren, heeft geleefd in het laatst der zestiende en begin der zeventiende eeuw. Eerst is hij geweest Lijfarts van den Aartsbisschop van Keulen en stads-Doctor aldaar; vervolgens heeft hij die zelfde bediening bij den Hertog van Gulik en Kleef waar genomen, en nog later, toen hij Hoogleeraar te Marpurg was, bij den Landgraaf van Hessen. Ten laatste het Hoofsche leven moede, verkoos hij ambteloos zijn overige dagen te slijten, kwam in zijne vaderstad terug, alwaar hij ook overleden en begraven is.
Hij heeft geschreven:
De Expurgatione Empyematis Epistola, welke in Graegorii Horstij, Observationum Medicarum, libri IV te Ulm gedrukt is in het jaar 1621.
Ook bestaat er van hem:
De Scorbuto. Lubek 1646. 4o.
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.