[Bernardus de Bosch]
BOSCH (Bernardus de), zoon van den voorgaande, geboren te Amsterdam den 28sten Maart 1709, waar hij zich met der woon vestigde. Hij verwierf in zijn tijd den roem van een keurig dichter, en indien stichtelijke onderwerpen, kiesche behandeling, behagelijke voorstelling, keurigheid van taal en eene rollende versmaat op dichtverdiensten regtmatige aanspraak geven, dan kan men den braven, den keurigen, den godvreezenden de Bosch die niet weigeren, ofschoon er in zijne gedichten, die onder den titel van Dichtlievende verlustigingen, Amst. 1741-1785, 5 deelen 4o., het licht zagen, onderscheidene stukken gevonden worden, die meer blijken dragen van koel, kunstkeurig overleg en naauwgezetheid op de zuiverheid van taal, dan van oorspronkelijk vernuft, vurige verbeelding en hooge dichterlijke vlugt. De wakkere man deelde in het zwak zijner eeuw, die netheid, zuiverheid van taal en zoetvloeijendheid de hoofdzaak achtte in een dichtstuk; waarom hij ook op de twee eerste deelen zijner Dichtlievende Verlustigingen tot in het beuzelachtige toe aanmerkingen en verbeteringen maakte, welke onder den titel van Taal- en Dichtkundige Aanmerkingen, ter verbetering zijner Dichtlievende Verlustigingen, voorkomen in het tweede deel der Werken van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
Met dat al getuigen zijne dichtstukken van 's mans reine godsvrucht, braafheid van hart, edele denkwijze en nederig gevoel van zich zelven. Behalve de vertalingen der beste Fabelen van Gellert, zijn ook onderscheidene Psalmen uitgegeven door het kunstgenootschap: Laus Deo salus populo, van zijne hand, alsmede eenige kerkgezangen, in gebruik bij de Doopsgezinden, tot welk kerkgenootschap hij behoorde. Hij was de vriend, raadgever en aankweeker van jonge dichters, en zijn huis de verzamelplaats der beroemdste letterkundigen van zijnen tijd.
Gehuwd met Margaretha van Leuvening, wier blindheid en overlijden, den 11den November 1785, hij zoo aandoenlijk bezong, volgde hij haar in het graf den 27sten October 1786. Hij had bij haar geene kinderen verwekt.
Zijne afbeelding is door T. Rengers geschilderd en door Johannes Houbraken gegraveerd; eene vroegere afbeelding van