[Gasper of Casper van den Bos]
BOS (Gasper of Casper van den), geboren te Hoorn in 1634, waar zijn vader Scheepstimmerman was, legde zich eerst op het vaderlijk beroep toe; maar door eene groote zucht tot de Schilderkunst gedreven, teekende en schilderde hij, zonder bijkans eenig ander voorbeeld dan de natuur en slechts zijn vernuft tot Leermeester hebbende, zeeën en stille wateren met allerlei vaartuigen, zoo kunstig, net en los van behandeling, als vast en vloeijende met de punt van het penseel gegraveerd, dat kenners betuigden nooit iets beter te hebben gezien; doch hij stierf zeer jong, zoodat het te verwonderen is, dat hij nog zoo vele stukken heeft kunnen vervaardigen, als men in zijne geboorteplaats van hem aantreft.
Zie Houbraken, Schoub. der Schild. en Schilder., D. II. bl. 327 en 229; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.