[Wolfert van Borssele]
BORSSELE (Wolfert van), Heer van Vere, Sandenburg, Zandijk, en Cleverskerke, een zoon van den voorgaande en de tweede van dien naam, werd de Oude bijgenaamd, ter onderscheiding van eenen jongeren broeder, mede Wolfert geheeten, die men den Jonge noemde. Hij volgde zijnen vader als Heer van Vere op; en hij had ter naauwernood zijne heerschappij aanvaard, of in Mei 1300 viel er te Vere een oproer voor, hetgeen men wil, dat door de vrienden van den vermoorden Heer zoude gesticht zijn. Of hij deel had aan den aanslag door Jan van Renesse omtrent dezen tijd gesmeed, en of de gevaarlijke opstand, die deze laatste met die van Borssele verwekte, de zelfde is geweest waarvan zoo even gewaagd is, weet men niet te bepalen; zeker gaat het, dat Wijt van Henegouwen, die van 's Graven wege met eene vloot tegen deze muiters gezonden was, van hen werd gevangen genomen, doch kort daarna uitgewisseld tegen de zonen van Heer Wolfert I, die Graaf Jan, van wege den Koning van Frankrijk, eenige tijd in hechtenis gehouden had.
De Vlamingen op het einde van April 1303 met hunne vloot, waarop zich Heer Wolfert II mede bevond, eene landing op Walcheren willende doen, werden door de Zeeuwsche vloot, onder Jonkheer Willem van Henegouwen, aangevallen, zoodat er bij of onder Vere twee onderscheidene allerhevigste gevechten voorvielen, welke ten nadeele van 's Graven zoon uitvielen, die naar Middelburg week en daar terstond belegerd werd. Zoodra de burgers van Vere de vloot der ballingen, en daarop hunnen Heer, zagen, sloegen zij den door Graaf Jan aangestelden Bevelhebber hunner stad dood; lieten de Vlamingen doortrekken, en deden hun alzoo eene volkomene overwinning behalen.
Het was misschien uit hoofde eener gelofte door Wolfert, gedurende de voorzeide gevechten, gedaan, dat hij nog in dit zelfde jaar onderscheidene goederen aan de Abdij van Eekhoute te Brugge schonk.
Hoe Heer Wolfert zich uit den Vlaamschen krijg gered heeft, en of hij eerst bij het sluiten van een bestand tusschen de twee Graven in gunst van zijnen Landheer is hersteld, wordt niet vermeld; men vindt van hem niets gewaagd vóór het jaar 1309, toen, op den 30sten Mei, Wijt, Bisschop van Utrecht, Willem III, Graaf van Holland en Gerard, Heer van Voorne, uitspraak