[Hugo de Bonte]
BONTE (Hugo de) of Bontius, geboren te Middelburg, was van 1560-1566 Pensionaris van zijne geboorteplaats en begroette Nicolaas de Castro, toen deze als eerste Bisschop te Middelburg werd ingehaald met eene sierlijke aanspraak. Hij verliet die stad, volgens zijn eigen getuigenis, in 1568, met de weduwe van zijnen broeder en haren pupil, en hield zich met dezen in Braband op, waarschijnlijk te Leuven, waar hij zich in 1574 bij Elbertus Leonius bevond, en zich met de studie bezig hield. Hij werd in 1574 door Leoninus, naar den Prins van Oranje gezonden, om te spreken over de belangen van de Vrouwe van Weerdenburg door de Hollanders gevangen, maar had tevens in last deze gelegenheid waar te nemen, om den Prins tot verzoening met den Koning te bewegen. Requesens wist van dit plan. De Bonte ontving zijne instructie van Leoninus, en wij hebben van hem een verslag zijner onderhandeling met Oranje te Zalt-Bommel, welke vruchteloos afliep. Hij werd nog eens door den zelfden, met eene nieuwe instructie in het zelfde jaar, den 29sten Junij, naar den Prins te Rotterdam gezonden, met den zellden uitslag, hoewel de aanbiedingen van Spanje vrij mild schenen; de Godsdienst was altijd het punt, waarop men het niet eens kon worden. In December vergezelde hij Leoninus naar den Prins met die zelfde oogmerken; het verslag van deze en de vroegere onderhandelingen vindt men uitvoerig bij Gachard, Corr. de Guill. le Tacit., T. III. p. 373 suiv. 381-430, en een uittreksel bij Arend, Algem. Geschied. des Vaderl., D. II, St. V, bl. 421-425, 430.
Hij was een bijzonderen vriend van den geleerden Bisschop Levinus Torrentius zoo als een Lierdicht van dezen aan hem geschreven, blijkt. Ook getuigt men van de Bonte, dat hij zelf mede een bevallig Latijnsch Dichter was. Hij overleed den 3den Junij 1601, waarschijnlijk te Antwerpen, want men vond aldaar vroeger op zijn graf een gedenkschrift ter zijner eere.
Zie, behalve de hierboven aangehaalde werken; de la Rue, Geletterd Zeel., bl. 25-27; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. VI. bl. 26; Kok, Vaderl. Woordenb., D. IV, bl. 26; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Scheltema, Staatk. Nederl.