Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Eerste en tweede stuk
(1854)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 781]
| |
hield, zich niet ver van die stad lieten aan wal zetten en met kleine troepen het land doorreisden, meer dan 700 man van den vijand doodden en een klein Kasteel innamen; zoo als men hiervoor, op het artikel Bax (Paulus en Marcelis) bl. 203 meer omstandig vermeld vindt. Hij woonde in 1597 den slag van Turnhout bij, waar hij zich zeer dapper gedroeg. In October 1602 hielp hij de Ridmeester Bax eene onverhoedsche ruitertogt uit Breda en Bergen op Zoom, doen, waarbij zij eenige benden van Ordonnantie overvielen en de verzameling van zegeteekenen te 's Gravenhage met 5 kornetten vermeerderden. Nog in het zelfde jaar door de Staten, met eenige vanen ruiters en 19 vendelen voetknechten tot hulp van de stad Emden naar Oost-Friesland gezonden veroverde du Bois in weinige dagen de schansen en ontzette de stad, welke door den Graat van Oost-Friesland belegerd was. Toen de Spaansche Veldheer Pompejus Justiniani in 1606 met 4000 voetknechten, 500 paarden en twee stukken geschut in schuiten de Waal wilde oversteken, werd hij door du Bois zoodanig afgewezen, dat hij, na een uur strijdens, zich gedwongen zag, met verlies van omtrent 120 man, onder welke 5 Kapiteins van naam, van zijne onderneming af te zien. Op eenen wagen door den Tielerwaard rijdende en weigerende zich aan den vijand, die hem van alle zijden omsingelde, over te geven, werd hij in 1607 doodgeschoten.
Zie Bor, Ned. Oorl., B. XXX. bl. 719 (36), B. XXXIII. bl. 244, (42); van Meteren, Nederl. Hist., D. VIII. bl. 226, d. IX. bl. 137, 256; de Groot, Nederl. Hist., bl. 450, 505, 549, 550; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. IX. bl. 211, 299; Bosscha, Neêrl. Heldend. te Land, D. I. bl. 327, 330, 389. |
|