[Jacob de Boer]
BOER (Jacob de) of Jacob Cornelisz. de Boer wordt doorgaans vermeld als van Enkhuizen afkomstig, hij was daar echter niet geboren, maar was er den 18den Maart 1635 gehuwd met Tetje Alberts. Hij was een der Kapiteinen op de Vloot, met welke Maarten Harpertsz. Tromp, in 1639, de Spanjaarden bij Duins versloeg, en wordt genoemd onder die mannen, welke reeds vroeger kloeke daden hadden uitgerigt.
In de Vloot, welke den 6den September 1643, niet ver van Livorno, onder Johan van Galen met de Engelschen slag leverde, was de Boer Vice-Commandeur. Voerende het Schip de Eendragt, was hij de eerste, die vooruitstoof en op den Engelschen Admiraal Richard Bodley, voerende het Schip de Paragon, met 54 metalen stukken, los ging, en ofschoon zijn schip in het treffen zeer beschadigd werd, zijne groote mast over boord geraakte, en hij zich alzoo gedwongen zag den Admiraal te verlaten, liet hij nogthans den moed niet zinken. Het Engelsche sregat de Phenix, voorzien met 50 stukken, en gevoerd door Kapitein John Watsworth, ziende de Boer, aldus half reddeloos, klampte hem fluks aan boord, denkende hem spoedig te zullen veroveren, doch vond zulk eenen dapperen tegenstand, dat hij, na een half uur vechtens, genoodzaakt was zich met schip en volk aan de Boer gevangen te geven. In het gevecht van 14 Maart des volgenden jaars, insgelijks voor Livorno geleverd, gedroeg de Boer zich weder als een dapper zeeheld en veroverde, met hulp van de Kapiteins Roker en Bogaart, na eenen hardnekkigen tegenstand den Vice-Admiraal Appleton, voerende de Luipaard, het fraaiste Schip van zijn eskader, voorzien van 50 metalen en 24 achtkantige koperen stukken en 230 man. Appleton kwam geenszins in zijnen pligt te kort, maar werd zoo hevig aangevallen, dat