Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Eerste en tweede stuk

[Franciscus Bochoven]

BOCHOVEN (Franciscus), waarschijnlijk een zoon van den voorgaande, werd in 1730 aan de Hoogeschool te Leiden, tot Mr. in de beide Regten bevorderd, na het verdedigen van eene Verhandeling Over de GeldafpersingGa naar voetnoot(1) en schijnt zich vervolgens als Advokaat te Dordrecht te hebben gevestigd, althans wij vinden hem onder de verdienstelijke Dordsche Regtsgeleerde vermeld. Ook wordt hij als Dichter en Taalkundige opgegeven. Daar ons echter niets van 's mans Dichtvruchten of Taalkundige schriften is onder de oogen gekomen, kunnen wij ook niet over zijne verdiensten in deze vakken oordeelen.

Zie Schotel, Kerk. Dord., D. II. bl. 193 en 783; Nieuw Biogr. Woordenb. der Nederd. Dichters ten verv. op Witsen Geysbeek.