[Anna van Blokhoven]
BLOKHOVEN (Anna van), Wed. van Egbert van Broekhuizen, Wijnkooper te Utrecht, en overgrootmoeder van den bekwamen Nederduitschen en Latijnschen dichter Johan van Broekhuizen, heeft, in de godsdienst verlicht, gestrekt tot een toonbeeld van vrijmoedigheid en ijver in de rampspoedige tijden der vervolging om de godsdienst. Als zij beschuldigd werd van zich eenige malen te hebben laten vinden in de Vergaderingen der Hervormden, en dat zij haren zoon Johan van Broekhuizen, die toen voortvlugtig was tot het beeldenbreken had aangemoedigd, met te zeggen: ‘onze voorouders moeten beesten geweest zijn, dat ze hout en steen hebben gaan aanbidden:’ werd zij door de Raad van Beroerte ter dood veroordeeld en den 25 September 1568 te Utrecht, op de Neude, onthalsd.
Doch eenigen beweerden dat de Raadsheer Mr. Jan Lent, Commissaris van den gezegden Raad, diep bij haar in schuld stond, en met hare dood de betaling ontging; want toen hare goederen den Koning waren toegekend, wist men dat boek in handen en het blad, waar zijne rekening opstond; er uit te krijgen.
Zie Brandt, Hist. der Reform., D. I. bl. 56 der Aant.; de Chalmot, Biogr. Woordenb., D. IV. bl. 312.