[Petrus Bloccius]
BLOCCIUS (Petrus) of Bloxius, zoon van Jacobus Bloccius, Rector te Vilvoorden en van Elisabet Verelst, heeft omtrent de Hervorming in ons Vaderland groote verdiensten gehad. Zijne ouders bestemde hem reeds vroeg tot den geleerden, misschien ook wel tot den geestelijken, stand. Na de akademiën te Leuven, Keulen en Bologna bezocht te hebben, werd hij in 1559 tot Prorector der Latijnsche scholen te Leiden aangesteld, maar in 1561 van die betrekking ontslagen, waarna hij nog eenige tijd eene bij- of kostschool in die stad schijnt gehad te hebben. Later leidde hij een zwervend leven, en hield zich te Heidelberg, Keulen, Trier, Wezel, Cleve, Nijmegen, Utrecht, Vianen, Amsterdam, Leuven, Antwerpen en elders op. In 1566 was hij vermoedelijk Huisonderwijzer bij Diederik van Bronkhorst, Heer van Batenburg en Nedermurmpter; en is bij die gelegenheid als Evangelieprediker te Obermurmpter in Cleefsland opgetreden. Vooral schijnt hij te Leiden voor de zaak der Hervorming werkzaam te zijn geweest, en vermoedelijk is hij daarom wel van zijn Prorectoraat ontslagen. Zeker schijnt het, dat hij om de vervolging te ontgaan zich naar elders begaf. Intusschen aarzelde hij niet om in het door Spanje verdrukte Nederland het woord der waarheid te verkondigen. Tijdens den overgang van Lier, bij Antwerpen, aan de Spanjaarden in 1582 was Bloccius aldaar Evangeliedienaar. De tijd van zijn overlijden vinden wij niet geboekt, maar wel dat hij gehuwd was en dat zijne dochter Elisabeth Bloccius, met Hadrianus Marius, Kanselier van Gelderland, gehuwd was. Hij heeft de volgende werken nagelaten:
Een slechtelycke ende schriftelycke onderrichtinge van dat Doopsel ende Avontmael Christi Jesu; Seer nut nu ter tyt voor alle slechte menschen. Dit boecxken is ierst ghemaect