en Navolgers der ware geregtighheid Christi, omdat sy soo superstitieus niet sijn in sommighe Ceremonien te onderholden, als hy.
Wederantwoordt op eenen Brief bij Gellium (Faber) over sijn oordeel op 't vorige Traktaat.
Eenvuldige unde Christelijke Berichting op 5 vragen, bij eenighe van Menno Symons gezindheid voorgestelt.
Hoofdsomme unde Grondt van 't Geene wy uit de Leere David Joris hebben connen verstaan, waarvan wy hem buyten sijn weten begeeren te verantwoorden, welke alle vier in klein 8o. 1607, zonder vermelding van plaats of drukker zijn uitgegeven.
Historia Vitae, doctrinae ac rerum gestarum Davidis Georgii; prodiit in lucem ex musaeo Jacobi Revii, Davent. 1642. 8o.
Zie Revius, Daventr. Illustr. pag. 265 et 266; A.M. Cramer, in eene Verhandeling over David Joris, in Kist en Royaards, Nieuw Kerk. Archief, D. V (XVI) bl. 1-145 passim; Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Groning. enz. D. I. bl. 45; De zelfde Geschied. der Doopsgez. in Holl. enz. D. I. bl. 92, 93 en 102.