Van Nikolaas Blankaart zijn in het licht verschenen:
Panegyricus Matthenesio et Pavio a stabilitate pace Monasterio reducibus sacratus, Leid. 1648.
G. Curtii Historiae Alexandri Magni ex recognitione cum. que notis Nicolai Blancardi et aliorum, Lugd. Bat. 1649. 8o
L.A. Flori Epitome Rerum Romanarum ex recensione Nicolai Blancardi cumque variorum notis, Ib. 1650 8o.
Arrianus, de expeditione Alexandri, Amst. 1668. 8o.
Adlocutio ad Celsiss. et Illustr. Principem Henricum Casimirum, quo adventum ejus in Acad. Franeq. solemniter gratulabatur, Franeq. 1671. fol.
Philippii Cyprii Chronicon Ecclesiae Graecae e. MS. Byzantino primum vulgatum et Lat. redditum. Accedit Christophori Angeli de Statu hodiernorum Graecorum Enchiridion cum versione G. Felavii, Franeq. 1679. 4o.
Arriani Tactica, Acies contra Alanos, Peniplus Ponti. Euxini et Maris Erythraei, de Venatione, Epicteti Enchiridion cum Paraphrasi, ejusdem Apophthegmata etc., cum interpretationibus Latinis et notis, cum aliorum, tum et nonnullis Blancardi, Amst. 1683. 8o.
Harporationis Lexicon cum Blancardi Versione Latina, notisque Maussaci et Valesii, etc. Lugd. Bat. 1683. 4o.
Panegyricus pro Jubilaeo seu Festo saeculari Acad., Franeq. 1685. fol.
Thomae Magistri Dictionum Atticarum Eclogae, emendatae, opere universo disposito, et addito Catalogo veterum scriptorum, quorum in hisce Eclogis mentio, Franeq. 1690. 8o. et 1689, waarbij nog behalve de zijne, ook de aanteekeningen van den Hoogleeraar Lambertus Bos zijn gevoegd.
Tabulae Geographicae Asiae, Europae et Africae veteris. Nog had hij onderhanden genomen om aanteekeningen op Cyrillus te vervaardigen, en had reeds een groot gedeelte daarvan afgewerkt, doch dit zoo min als zijne reeds begonnen uitgave van Thucydides hebben immer het licht gezien.
Hij had tot wapen: een veld van zilver met een sint Andries kruis van keel, in ieder vierde deel des kruises drie herminen, geplaatst onder zijn portrait in zwarte kunst, vervaardigd door P. Aeneae.
Zijne zinspreuk was: Incertum quo fata trahunt. (Onzeker is het waar het noodlot voert).
Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb., D. II. bl. 382; Vriemoet, Athen. Frisiac, pag. 504-511; Saxe, Onomast. Liter. Pars IV. pag. 526 en 527; Kok, Vaderl. Woordenboek; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; van Kampen, Geschied. der Nederl. Letter. en Wetensch., D. I. bl. 424; Biogr. Nation.; Tom. I. p. 85; Aant. op het Woordenb. van Kunst. en Wetensch. van G. Nieuwenhuis; Biogr. Univers.; Galerij van beroemde mannen en vrouwen