[Jan Adriaanszoon Blancx]
BLANCX (Jan Adriaanszoon) of Blans, een man van aanzien onder zijne landzaten, en afstammende uit het oud adellijk geslacht van Yerseke, was in de tweede helft der zestiende eeuw Dijkgraaf van de Breede Watering op Zuid-Beveland, en maakte zich niet weinig verdienstelijk omtrent zijne landslieden, daar hij, bij het opbreken van het beleg van Goes door de Staatschen, ten Hove zijnde, vergiffenis wist te verwerven voor de landzaten, die de Nassauschen, gedurende dat beleg begunstigd hadden en mede ter bewaring van de stad hunne dienst geleend hadden. Hij wist het namelijk te doen voorkomen als of zij niet uit lust maar uit dwang zich daartoe hadden laten gebruiken.
Den 17 November van het zelfde jaar was Blancx een der Afgevaardigden der stad, aan den Hertog van Alva, om hem te bedanken, wegens onderscheidene bevelen ter verligting van de stad gegeven, en voorts in het breede aan te dringen het verzoek om betaling van de gedane uitschotten aan het krijgsvolk. In het volgende jaar maakte hij mede deel, wegens Goes, van de bezending der Staten van Zeeland, die 's Konings zijde hielden, ter verwelkoming van den nieuwen Gouverneur Don Louis de Requesens.
Nogmaals was Blancx onder de gemagtigden van Goes, die in de eerste dagen van 1577, in last hadden, ‘zich te vervoegen bij zijne Prinselijke Doorluchtigheid, en aldaar van wegen de Burgeren en Ingezetenen van de Stad en het Eiland, te verzoeken en te ontvangen behoorlijke Voldoeninge, om op dezelve, volgens de vrede van Gend, de Stad en het Eiland te laten komen