van zij, de Bils deed zijne gevoelens kennen in onderscheidene schriften, als daar zijn:
Exemplar fusioris codicilli in quo agitur de verâ corporis humani anatomiâ, Roterod. 1669. 4o.
Epistola ad omnes verae anatomiae studioses. Roterod. 1664. 4o. etc.
Niet dat hij daarin zijn wijze van handelen aan den dag bragt, want daarvan maakte hij een geheim, dat door de Geneeskundige Faculteit der Hoogeschool te Leuven van hem schijnt gekocht te zijn, zonder dat men er echter veel voordeel bij behaalde.
Men verweet de Bils in zijne tijd, dat hij zich, door zijn geheim te verkoopen, met de kwakzalvers gelijk stelde; waarover hij zich trachtte te verdedigen tegen Thomas Bartholinus, die hem inzonderheid dit verwijt gedaan had, in een klein geschrift getiteld:
Epistolica dissertatio ad magnum Thomam Bartholinum. Roterod. 1661. 4o.
Bovendien heeft de Bils nog over eenige deelen der ontleedkunde, inzonderheid over de watervaten en het gehoor geschreven:
Responsio ad epistolam Tobiae Andreae, quâ ostenditur diversas usus vasorum hactenus pro lymphaticis habitorum. Marpurgi. 1654. 4o. Roterod. 1669. 4o. et 1678. 4o.
Epistolica dissertatio quâ verus hepatis circa chylum et pariter ductus chyliferi hactenus dicti usus docetur. Roterod. 1659. 4o.
Responsio ad admonitiones Joannis ab Hoorne, ut et ad animadversiones Pauli Barbette in anatomiam Bilsianam. Roterod. 1661. 4o.
Specimina anatomica cum clarissimorum et doctissimorum virorum epistolis aliquot et testimoniis. Roterod. 1661, 1665. 4o.
Auditûs organi anatomia. Roterod. 1661. 4o.
Men heeft later de werken van de Bils bijeen verzameld onder den titel:
L. de Bils inventa anatomica antiquo-nova, cum clarissimorum virorum epistolis et testimoniis, ubi adnotationes Joannis ab Hoorne et Pauli Barbette refutantur, interprete Gideone Buenio. Amst. 1692. 4o.
Zie A. Velingius, Redenvoering over de Illustre schoole te 's Hertogenb., bl. 44-54; de Chalmot, Biogr. Woordenb, D. IV. bl. 346; Biogr. Nation.; Siegenbeck, Geschied. der Leydsche Hooges., D. II. bl. 99 en 100; Hermans, Conspectus onom. Liter., pag. 18 et 19; Biogr. Univ.