[Pieter Bernagie]
BERNAGIE (Pieter), Geneesheer te Amsterdam, werd in 1692 benoemd tot Hoogleeraar in de Geneeskunde aan de Doorluchtige school te Amsterdam, en voldeed zoo bijzonder wel aan de verwachting die men van hem gekoesterd had, dat zijne jaarwedde verhoogd werd. Reeds voor zijne aanstelling tot Hoogleeraar had hij uitgegeven:
De Amsterdammer Apotheek, Amst. 1682.
Antwoord op de Brief van C. Bontekoe, Amst. 1682.
Hij was ook Hoofdbestuurder van den Amsterdamschen schouwburg en een zeer verdienstelijk tooneeldichter, zooals blijkt uit de volgende stukken, waarin hij de vaderlandsche zeden van zijne tijd zeer natuurlijk heeft afgeschilderd:
De Huwelijken Staat, Klsp. Amst. 1684 en 1724.
De belachelyke Jonker, Klsp. Amst. 1684 en 1733.
Het betaald Bedrog, Klsp. Amst. 1684 en 1785.
Het Franeker Studentenleven, Klsp. Amst. 1684 en 1744.
Constantinus de Groote, eerste Christen' Keyser, trsp. Amst. 1684 en Amst. 1738.
De Ontrouwe Kantoorknecht, en Lichtvaerdige Dienstmaagd, klsp. 1685.
De Romanzieke Juffer, klsp. Amst. 1685.
Paris en Helene, trsp. Amst. 1685 met pl.
Het Huwelyk sluyten, blsp. Amst. 1685.
De Ontrouwe Voogd, klsp. Amst. 1686.
De Gôe Vrouw, klsp. Amst. 1686.
Arminius Beschermer der Duytsche Vryheid, Amst. 1686, 1735 en 1745.