[Dirk van Bergen]
BERGEN (Dirk van), Kunstschilder, een Haarlemmer van geboorte, kwam ter wereld omtrent het jaar 1670. Hij behoorde onder het getal der bekwame leerlingen van Adriaan van de Velde. Gewoonlijk schilderde hij ossen, koeijen, schapen, beeldjes en landschappen, gloeijend en helder gekleurd, zoo als die van zijnen kunstrijken meester. Zijn penseel is fraai, ofschoon niet zoo kunstig en vlak als van van de Velde. In licht en bruin, houding, algemeen effekt, geestigen boomslag en compositie schiet hij nogthans veel bij zijnen meester te kort. Met dat al is zijne teekening veelal naauwkeurig en zijn koloriet behagelijk, en men treft in zijne stukken beesten aan, die meesterlijk geteckend zijn.
Van Bergen deed een togtje naar Engeland, doch de fortuin hem daar niet gunstig zijnde, kwam hij spoedig naar zijne geboortestad terug, waar hij redelijk wel voor zijne kunst betaald werd. Hij was een zeer welgemaakt man, daarbij buitengemeen goed bespraakt, vriendelijk en gul, vol grappen, en altijd lustig en vrolijk, waardoor hij bij elk een bemind en in alle gezelschappen gezocht werd; maar zijn gezellige aard maakte dat hij veeltijds geldeloos was, en het spreekwoord volkomen op hem paste: zoo gewonnen zoo geronnen; want als hij geld ontvangen had voor eene schilderij, kon hij het met een opgeruimd hart, op eenen dag met zijne makkers verteeren, zijnde dan doorgaans zijn zeggen: ‘men moet niet zorgen voor den dag van morgen.’ Dit maakte ook, dat toen hij stierf, er zoo veel niet over was om hem behoorlijk ter aarde te bestellen, waarom zijne goede vrienden in alle herbergen, daar hij gewoon was te verkeeren, daartoe eene opzameling van penningen deden.
In 's Rijks Museum te Amsterdam vindt men van hem twee stuks landschappen met beesten.
Zie Houbraken, Schoub. der Schild., D. III. bl. 91 en 92; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Chalmot, Biogr. Woordenb.; Biogr. Univers.; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts.; Aanwijz. der Schilder. in 's Rijks Mus. te Amst.