Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Eerste en tweede stuk
(1854)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 244]
| |
Augustus 1799, beoefende reeds als jongeling de teekenkunst en won in 1818 den prijs der eerste klasse op het Departementaal Teeken-Instituut te Bergen op Zoom. In het jaar 1832 begon hij zich op het pastelteekenen toe te leggen, waarmede hij in de volgende jaren onderscheidene portretten vervaardigde. Later het schilderen in olieverw ter hand genomen hebbende: leverde hij op de tentoonstelling te Rotterdam in 1836, drie schilderijen, voorstellende een Boschgezigtje, een Binnenhuisje en een vrolijke Boer. Ter Beek had zich te Gouda gevestigd, en overleed te Amsterdam den 26 December 1849. Hij was gehuwd met Catharina Petronella Bertels, bij wie hij eenen zoon en twee dochters verwekt had. Zie Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts. |
|