[Willem Basting]
BASTING (Willem), waarschijnlijk een afstammeling van den volgende, was in het jaar 1645, toen de Nederlandsche Oost-Indische Maatschappij met Perzië in oneenigheid was, Opperkoopman van wege de Maatschappij aan het Hof van den Schah, weshalve hem werd opgedragen om de geschillen te vereffenen, hetgeen dan ook spoedig gelukte. Daar wij hem de Oude genoemd vinden, was het waarschijnlijk een andere Willem Basting, vermoedelijk wel zijn zoon, dien wij, zonder dit bijvoegsel, vermeld vinden als Opperkoopman en tweede Persoon van wege de Maatschappij in de landvoogdij Banda, waar hij in 1687 in dienst kwam en den 12 Februarij 1691 overleed, na kort te voren tot Landvoogd der Molukkos te zijn benoemd.
Zie Valentijn, Oud- en Nieuw Oost-Indien, D. I. bl. 359; D. III. b. bl. 99, D. V. a. 245.