[Thomas Basinus]
BASINUS (Thomas), geboren te Rouaan, werd, na aan de Hoogescholen te Parijs en te Leuven tot Meester der vrije kunsten en ter laatstgemelde plaatse tot Licentiaat in de Geestelijke regten te zijn bevorderd, tot Bisschop van Lizieux aangesteld, en stond in hooge gunst bij Karel VII, Koning van Frankrijk, doch werd door diens zoon Lodewijk XI, die alle gunstelingen zijns vaders een kwaad hart toedroeg, uit Frankrijk gebannen, onder voorgeven dat Basinus de Engelschen en Bourgondiërs begunstigde; terwijl hij zoo door bedreigingen als door beloften gedwongen werd afstand van zijn Bisdom te doen. Hij begaf zich hierop naar Leuven, waar hij onderwijs gaf in de Regten, ging vervolgens te Trier wonen en nam eindelijk zijn verblijf te Utrecht. Paus Sixtus IV benoemde hem tot Vicaris van David van Bourgondië, den vijlenvijftigsten Bisschop van Utrecht, en schonk hem den titel van Aartsbisschop van Caesarea. In 1479 werd hij door den gemelden Paus, benevens twee andere Prelaten, benoemd om het geding tusschen Bisschop David, de stad Utrecht en de Geestelijkheid te onderzoeken en den twist, onder afwachting der goedkeuring van het Pauselijk Hof, te beslechten, doch hij verzocht daarvan verschoond te blijven, omdat hij, te Utrecht wonende, van eenzijdigheid kon verdacht worden. Hij overleed den 30 December 1491.
Hij schreef onder den titel van: Historia Gallica, eene geschiedenis van Frankrijk, van welke een belangrijk gedeelte, ons Vaderland betreffende, is uitgegeven door Antonius Matthaeus in zijne Analecta veteris aevi (Tom. I. 501-586). Het bevat de jaren 1481 tot 1483, en behandeld dus juist het beleg van Utrecht door den Roomschen Koning Maximiliaan, hetwelk Basinus heeft bijgewoond. In zijn werk, overigens in eenen goeden stijl geschreven, treft men veel aan, dat elders niet te vinden is. Het is dus te betreuren dat door de onleesbaarheid van het handschrift vele uitlatingen en gapingen veroorzaakt zijn.
Zie Burman, Utrechtsche Jaarboeken, D. III, bl. 396; v(an) H(eussen) en v(an) R(hijn), Kerkel. Outh. D. I, bl. 313; Chalmot, Biogr. Woordenb.; de Wind, Bibliotheek der Nederl. Geschied. D. I, bl. 86 en 87; Biogr. Univers.