[Pieter Barbiers]
BARBIERS (Pieter) junior, zoon van Pieter Barbiers Bartholomeuszoon en Maria Geertruida Snabillé, geboren te Haarlem den 27 April 1798, genoot zijne eerste opleiding in de teeken- en schilderkunst van zijnen vader. Op een vereerend getuigschrift van de 4e. klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut te Amsterdam, in September 1823 tot Stadsteekenmeester te Zalt-Bommel aangesteld, werd hij reeds het volgende jaar in de zelfde betrekking naar Kampen beroepen. In 1826 volgde zijne aanstelling als Leeraar aan de Koninklijke School voor Beeldende Kunsten te 's Hertogenbosch, alwaar bij tot 1846 den bloei dier school door zijn grondig onderwijs merkbaar bevorderde en zich de beste getuigenissen verwierf. Op onderscheidene tentoonstellingen vond men werk van zijne hand, ofschoon hij zich later meer met de lithographische kunst bezig hield. Behoefte aan meerdere rust deed hem in 1846 van zijne betrekking afzien; toen begaf hij zich naar Zwolle alwaar hij den 29 November 1848 overleed.
Den 18 September 1838 was hij in den echt getreden met Amelia Wilhelmina Maria Agnes Meijerink, dochter van den Weleerwaarden Heer Meijerink, Predikant te Kamperveen,