[Tjaard of Tjeerd van Aylva]
AYLVA (Tjaard of Tjeerd van), een der Hoofden van de Vetkoopers, maakte zich in 1420 met list meester van Makkum. Hij schreef, bij afwezigheid van Sicko Sjaerdema, het hoofd der Schieringers, eenen brief voorzien met Sicko's zegel, daartoe behendig van eenen anderen brief geligt, aan den kastelein van Makkum, waarin dezen gemeld werd: ‘Geheel Oostergoo en Westergoo kwamen in de wapenen, men kon het volk niet bedwingen, waarom de bezettelingen vermaand werden zich in tijds te voorzien, eer zij door het razende volk overvallen werden.’ De bezettelingen dezen brief lezende, werden geheel ontsteld, en, daar zij van Graaf Jan van Beijeren geen ontzet nog bijstand te wachten hadden, en bovendien het kasteel in geen goeden staat van verdediging was, gingen zij te scheep en voeren met hunne, goederen, krijgsbehoeften en leeftogt weg, zoodat Aylva's list gelukte en hij meester van het slot werd, terwijl deze onderneming tevens diende ter bespoediging van het sluiten van een bestand, waarover men bezig was te handelen.
Zie Schotanus, Geschied van Friesl., bl. 253.