[Johannes van Assen]
ASSEN (Johannes van), geboren te Beetgum den 15 Augustus 1741, waar zijn vader Wijnandus, hieronder volgende, toen Predikant was, trad in dienst te Langweer-en-Ter-Oele in Augustus 1766; ging van daar in 1770 naar St. Anna-Parochie, en in 1799 naar Harlingen; terwijl hij aldaar stond, schreef Albert Bruining, Predikant te Pietersbierum, zijn werkje: de Leer der verzoening met God naar den Bijbel, Amst. 1806, waarop van Assen in het licht zond, Aanmerkingen over de Verhandeling van den Eerw. Heer A. Bruining: de Leer der verzoening met God naar den Bijbel, medegedeeld in een' brief aan zijn eerw., Leeuw. 1807. Die Aanmerkingen waren echter niet lijnregt tegen het gevoelen van Bruining gerigt, maar hij wijst daarin, ter wederlegging van diens gevoelen, op een kort te voren uitgegeven verhandeling van den geleerden Didericus Carolus Harmsen, Predikant te Oegstgeest, waarin dit gewigtige onderwerp, in overeenstemming met de leer der Hervormde Kerk, ontwikkeld en voorgedragen werd. Hij werd Emeritus in 1817, overleed den 15 November 1820, en liet bij zijne huisvrouw Anna Klazina Jongsma, eene zuster van Cornelis Jongsma en Benedictus Fredericus Jongsma, Predikanten te Leeuwarden en te Peins, vier zonen en twee dochters na.
Zie Ypeij en Dermout, Geschied. der Nederl. Herv. Kerk, D. IV. bl. 435 en 436.