[Johannes van Arxhouck]
ARXHOUCK (Johannes van) of Arxhoek, geboren te Utrecht, werd den 30 Julij 1713 Predikant in den Vrouwenpolder, op het eiland Walcheren, en van daar den 17 Mei 1722 beroepen te Vere, waar hij in 1747 emeritus werd. Hij overleed den 2 Januarij 1762 en heeft geschreven:
Het gelukkig en ongelukkig einde der Regtvaardigen en der Goddeloozen, in dit en het toekomende leven; van Asaph in Gods Heiligdommen gezien; nader verklaard in eenige Predikatien over den 73 Psalm; ten deele op het Lusthuis te Soetsdijk voor hare Doorluchtige Hoogheden, den Prins en Princesse Douarièrre van Oranje en Nassau uitgesproken, Amst. 1749. 8o.
Zijn Portret gaat in plaat uit geteekend door Pieter Oets, en gegraveerd door Arnold Houbraken. Andreas Andriessen een van 's mans jongere ambtgenooten maakte er de volgende dichtregelen op:
Arxhoek, dien Utreght eerst het licht des levens schonk,
Die als een heldre ster aan 't kerkgewelfsel blonk;
Die vier en dertig jaar der Poldersche gemeente,
En Veersche kerkbruidt strekte een edel borstgesteente,
Nu in zijn Tempelrust wordt van den doodt beloert,
Zienwe, op dit konsttafreel, der sterflijkheidt ontvoert
Naar 't lighaam; als zijn geest, die weide in Azafs blaren,
Met Azaf al omhoog zal zijn tot Godt gevaren.
Zie Renier, Naaml. der Pred. van Vere, bl. 14 en 61.