het kunstgenootschap Nil volentibus arduum. Hij heeft de volgende tooneelstukken in het licht gezonden.
Mithridates, Koning van Pontus, trsp. uit het Fr. van Racine Amst. 1769.
Bajazeth, trsp. naar het Fransch van Racine. Amst. 1682.
Roeland, trsp. het Fransch gevolgd. Amst. 1586.
Amadis, trsp. in maatz. Amst. 1687.
Cadmus en Hermione, trsp. in maatz. Amst. 1687.
De Krooninge van hare Majesteiten Willem Hendrik en Maria Stuart, tot Koning en Koninginne van Engeland, Vrankrijk en Yrland, Amst. 1689.
Schijnheilige vrouw, met de uitvaart van Jan Jaspersz. Amst. 1691.
Het school voor de Vrouwen, blsp. uit het Fransch van Molière. Amst. 1707.
Silo den Hemelschen Minnaar, treurblijeindend zinnespel. Amst. 1714.
Joan Galeasso, Dwingeland van Milanen, trsp. Amst. 1718.
Sertorius, trsp. uit het Fransch van Corneille. Amst. 1722.
Alle deze tooneelwerken hebben wel is waar weinig waarde, doch er worden zeer verdienstelijke stukken gevonden, in den bundel gedichten welke door Mattheus Brouërius van Nidek, na zijne dood, die in 1702 voorviel, zijn uitgegeven onder den titel van:
Thomas Arents. Mengelpoëzij. Amst. 1724. 8o.
Zie Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb.; J. de Vries, Proeve eener geschied. der Nederd. Dichtk., D. II. bl. 98 en 99; Biographie Nationale; Van Kampen, Geschied. der Nederl. Letteren en Wetens., D. I. bl. 365; Witsen Geysbeek, Woordenb. der Nederd. Dichtk.; Biogr. Universelle.