[Matthias Hayko Appius]
APPIUS (Matthias Hayko) was in den slag bij Fontenoi, welke den 11 Mei 1745, tusschen de Bondgenooten en de Franschen, geleverd werd, bevelvoerende Kolonel over een regiment ruiterij van den Prins van Hessen-Homburg, in dienst dezer landen. Toen hij zag, dat zijn volk begon te wijken, rende hij ze achterna, onder het roepen van: sta die van Homburg! sta! en bragt ze dus een en andermaal tot stilstand. Doch, toen zij voor de derde reize, aan het vlugten geslagen waren, volgde hij ze eindelijk zelf, en kwam er tegen den avond mede te Aalst aan, van waar hij des anderen daags aan den Raad van State schreef, ‘dat het geheele Vereenigde Leger vernield was, en dat de deerlijke overblijfselen van eenige regementen, zonder tenten en bagaadjen, die door de Fransche Huzaren geplonderd waren, te Aalst waren aangekomen.’ Doch dit schrijven, hetwelk naderhand, ook door hemzelven bevonden werd niet met de waarheid over een te komen, en zijn wijken zonder last werden hem zoo kwalijk genomen, dat de krijgsraad hem veroordeelde, om den Raad van State en het krijgsgeregt openlijk om vergiffenis te smeeken en om zijnen brief te verscheuren; terwijl hij voorts van zijn ambt ontzet en onbekwaam verklaard werd, om den Staat immer weder te kunnen dienen. Hij had zich echter intusschen de bescherming van de Staten van Stad en Lande en van de Regering van Groningen weten te verwerven, en bleef gerust in deze stad, waar men algemeen zoo overtuigd niet was, dat hij zulk eene gestrenge straf verdiend had; ofschoon men hem verpligtte, eene verdediging van zijn gedrag, die te 's Gravenhage door beulshanden verbrand werd, openlijk te herroepen.