[Tinco van Andringa]
ANDRINGA (Tinco van), een zoon van Hoyte van Adringa, was onder de Gevolmagtigde ten landsdage, toen de Nederlandsche beroerten onder de regering van Filips II, Koning van Spanje, door het knellend bestuur van den Hertog van Alva op het hoogste waren; in welke kommervolle tijden hij door zijne boudige adviezen, voorzigtige raadgeving en onbezweken trouw, aan Friesland van veel nut is geweest. Daar hij zijne vrouw, Aef Ennes, in de derde graad van bloedverwantschap bestond, was dit huwelijk, naar pauselijke regten, onwettig voltrokken, weshalve daarvan dispensatie moest verzocht worden, welke Paus Pius IV. dan ook in 1560 verleende. Hij heeft bij gemelde zijne vrouw vier kinderen verwekt.
Zie Chalmot, Biogr. Woordenb.