Aanmerkingen op de Psalmberijmingen van Petrus Dathenus, in welke uit het algemeen gebrek van Taal en Dichtkunde, onhebbelijke wantaal van Psalm tot Psalm voorkomende, en ongelijkvormigheid aan den tekst, derzelver onbestaanbaar gebruik, en noodzakelijkheid der verandering vertoond en aangedrongen wordt. Middelb. en Amst. 1756. 4o.
Dit en onderscheidene andere geestige geschriften, alle ten doel hebbende om het laffe en zoutelooze van dat kreupelrijm, zoo in ernst als schertsende, in het licht te stellen, bewerkten dat men er meer en meer tegenzin in kreeg en er eindelijk ernstig op hedacht werd, aan deze berijming haar afscheid te geven, en wel juist in den tijd dat het geslacht van Dathenus met den gezegden Boekverkooper uitstierf.
Andriessen heeft zich bovendien bij de geleerde wereld bekend gemaakt door de navolgende schriften, welke alle blijken dragen van schrander vernuft, en tevens van zijne lust tot beoefening der dichtkunst, ofschoon zijne bekwaamheden in dit laatste vak hem geene aanspraak geven om eene hooge plaats op den Nederlandschen zangberg te bekleeden.
Levensbeschrijving van Do. Daniel Beukelaar, Predikant te Vere, in versen, gedrukt in eene Boekzaal van het jaar 1746.
Lijkpredikatie op Do. Jacobus Keizer, Predikant te Vere, uitgesproken in de Groote Kerk aldaar 1747. 4o.
Plegtige inhuldiging van Z.D.H. Willem Karel Hendrik Friso, Prince van Oranje en Nassau enz. enz. enz. als Markgraaf van Vere. Amst. 1751. met pl. fol.
Lijk- en Leerrede op het overlijden van Z.D.H. Willem Karel Hendrik Friso, Prince van Oranje en Nassau enz. enz. enz. Middelb. 1752. 8o.
De Heidelbergsche Katechismus in dichtmaat. Middelb. 1755. 8o.
Dichtlievende uitspanningen, bestaande in gedichten van verscheidene stoffen en Rijmtrant. Middelb. 1755. 8o.
Bedenkingen op het beredeneerd vertoog over de noodzakelijkheid en beste wijze eener verandering of verbetering in de thans in gebruik zijnde Psalmberijming enz. Middelb. 4o.
Bescheiden antwoord van Andreas Andriessen op het bescheiden onderzoek zijner aanmerkingen op de Psalmberijmingen van Petrus Dathenus enz. Middelb. 1759. 4o.
Hiskia Koning van Juda, in zijne krankheid; van zijne krankheid genezen; voor zijne genezing dankbaar, in drie Zangen. Middelb. 1760. 8o.
Nader antwoord van Andreas Andriessen aan de Heeren Schrijveren der maandelijksche Bijdragen op hunne bijlagen der Bijdragen van den 1 van Wijnmaand 1759, ten antwoord op zijn Bescheiden antwoord. 8o.
Andriessen was gehuwd met Catharina Johanna van Roijen, uit welke hij eenen zoon heeft achter gelaten, den na te melden Jacob Johan Andriessen.