[Mr. Barthold van Akerlaecken]
AKERLAECKEN (Mr. Barthold van), Schout van Dordrecht en Raadsheer van Graaf Lodewijk van Egmond, was een zoon van Joan Storm van Akerlaecken en Maria van Alteren, beide van hooge geboorte, en blijkens twee, in 1567, vervaardigde wapenborden, aan de huizen Groenendael, Leeuwerwaert, Blijenburgh, Snouck, Utenengh en Bijwegen verbonden. Barthold was een der minst bekende, doch meest voortreffelijke geslacht- en wapenkundigen zijner eeuw. Na zijn overlijden, dat in 1646 plaats had, gaf zijne dochter Maria Margareta een werk van hem in het licht, getiteld:
Geslachts-afkomsten der Hertogen van Guelre, Gulick, Cleve, Bergh, en der Graven van der Marck, mitsgaders van verscheyde andere Vorsten.
Ook heeft hij geschreven van het recht der Graven van Egmond op het Hertogdom van Gelderland, een opstel dat echter het licht niet heeft gezien. Er moet mede eene Genealogische Beschrijving van den Huise van Egmond, door hem vervaardigd, bij de familie van Foreest te Alkmaar berust hebben. Bij zijne echtgenoote Elizabeth van Ghesel liet hij zes kinderen, vier zonen en twee dochters, na.
Zie: M. Balen, Beschrijv. van Dordrecht, bl. 215; G.D.J. Schotel, Letter- en Oudheidk. Avondst., bl. 152 en 153; Dezelfde Aanteek. betreffende drie Vaderlandsche Dichteressen uit de XVII eeuw, medegedeeld in de Algemeene Konst en Letterbode voor het jaar 1843. Dl. I. bl. 290 en 291.