[Igram van Achelen]
ACHELEN (Igram van), een Regtsgeleerde, geboren te 's Hertogenbosch, was een man van zonderlinge welsprekendheid en groot verstand. Door zijne geleerdheid bij Viglius van Aytta in achting geraakt zijnde, huwde hij, in het jaar 1561, diens zusters dochter Meintje van Hoytama. In 1550 was hij, die zich door zijne groote regtskennis beroemd had gemaakt, in het Hof van Friesland gekomen, waarvan hij in 1570 Voorzitter werd. Den 21 Maart 1578 werd hij, nevens de andere Leden des Hofs van Friesland, als te zeer den Spanjaard toegedaan, in hechtenis genomen en van zijne bediening afgezet; doch sedert van zijne gevangenis ontslagen, is hij door den Koning van Spanje, in erkentenis van zijne betoonde trouw en geledene ongemakken, tot Lid van den Geheimen Raad te Brussel aangesteld, en werd in 1598 Voorzitter van den Grooten Raad te Mechelen, waar hij den 28 October 1604 overleed. Hij nam de posten, die hij bekleedde, met zeer veel lof waar, en had veel deel aan het bestuur van zaken en aanleggen van zeedijken. Tot wapen voerde hij een veld van goud met eenen vos van sabel. Zijne beeldtenis komt op eene penning bij van Loon voor.
Zie G. van Loon, Besehryving der Nederlandsche Historiepenningen, D. I. bl. 186; Mr. J. Scheltema, Staatkundig Nederland en de daar aangehaalde schrijvers.