[Gerard Abrahams]
ABRAHAMS (Gerard), gezegd Lekkerbeetje, geboortig van 's Hertogenbosch, was een dergenen die Geertruidenberg, in 1589, aan de Spaanjaarden verkocht. Hij werd daarom door de Algemeene Staten vogelvrij verklaard. Na dien tijd diende hij onder de Spanjaarden, als partijganger en werd later Luitenant onder Antoni Schets Baron van Grobbendonck, Bevelhebber van 's Hertogenbosch. Meest is hij bekend door het zonderlinge gevecht waarin hij sneuvelde. De oorzaak van dit gevecht bestond hierin. Pierre Breauté, een Edelman uit het land van Caux in Normandië, diende de Staten der Vereenigde Nederlanden als Ritmeester. Zijn Luitenant had het ongeluk, van met twintig Franschen van zijne compagnie door de ruiters van Grobbendonck opgeligt en naar 's Hertogenbosch gebragt te worden. Van hier schreef de Luitenant, aan Breauté, met verzoek, hem geld te bezorgen, ten einde zich vrij te koopen, waarop Breauté antwoordde, dat hij verwonderd was over zijne lankmoedigheid, daar zijne meesters niet hadden moeten wijken met twintig tegen veertig van den vijand, nemende hij aan met twintig der zijnen veertig schurken te slaan. Deze brief werd, volgens gewoonte in oorlogstijden, door den Bevelhebber gelezen eer hij den krijgsgevangenen in handen kwam. Hierdoor kwam de inhoud ter oore van Gerard Abrahams, die dezen zoo cerroovend vond, dat hij aan Breauté schreef, dat die schurken goede soldaten waren, en wel met zulke meesters in gelijk getal zouden durven strijden. Hij sloeg hem derhalve op dien voet een gevecht voor, hetwelk dan ook den 5 Februarij 1600 plaats had, waarin Gerard Abrahamsz sneuvelde, en waarvan wij op het art. Breauté een omstandiger berigt zullen geven.
Zie Bor Nederlandsche Oorloghen, Boek XXXVII, fol. 4 en 5. Dr. C.R. Hermans, Verzameling van stukken en bescheiden betrekkelijk den slag van Lekkerbeetje, medegedeeld in de Bijdragen tot de Gesch. Oudh. Letterk., Stat. en Beeld. Kunsten der Prov. N. Braband, D. I. bl. 400.