| |
| |
| |
Over de auteurs
Annette de Bruijn
Studeerde in 2007 af aan de Universiteit van Tilburg, Algemene Cultuurwetenschappen, specialisatie Kinder- en Jeugdliteratuur. De masterthesis is getiteld ‘Twee maal twee is acht. Over de zin van de nonsens in kinderpoëzie, naar de ideeën van Kornei Chukovsky’. Voor deze scriptie kreeg ze een eervolle vermelding van de jury van de L.M. Boerlage-scriptieprijs in het jaar van afstuderen.
| |
Eefje Buenen
Eefje Buenen studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Utrecht, met een specialisatie in kinder- en jeugdliteratuur. Ze publiceert artikelen over jeugdliteratuur. Sinds 2006 werkt ze aan de biografie van Thea Beckman. Momenteel is ze uitgeefassistent bij een kinderboekenuitgever.
| |
Jan van Coillie
Promoveerde in 1988 op een studie over de kinderliteratuur in Vlaanderen in de negentiende eeuw. Hij doceert Nederlandse taalbeheersing aan de Katholieke Universiteit Brussel en aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, waar hij ook jeugdliteratuur in vertaling doceert. Hij is voorzitter van het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, recensent en vertaler. Ruime bekendheid verwierven zijn bloemlezingen met gedichten voor kinderen en tieners en zijn boek Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken (volledig herziene herdruk, 2007).
| |
Lisette Crooijmans
Studeerde Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Sloot deze studie in 2007 af onder begeleiding van Harry Bekkering met de doctoraalscriptie Kunnen bewerkingen van sprookjes nog wel sprookjes genoemd worden? Een onderzoek naar de verhouding tussen sprookjes en jeugdliteraire bewerkingen. Ze werkt momenteel als docente Nederlands in Rotterdam.
| |
Peter van den Hoven
Werkte als docent literaire vorming, was acht jaar redacteur van Literatuur zonder leeftijd en publiceerde over jeugdliteratuur onder meer Achter de keukendeur (1980), Grensverkeer (1994) en Het goede en het mooie (2004). Schrijft recensies en artikelen over jeugdboeken en literatuur voor volwassenen in De Leeswelp, De Leeswolf en Het Friesch Dagblad.
| |
| |
| |
Nicole Hurkmans
Studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en deed haar doctoraalonderzoek naar het grensverkeer bij dubbelpublieksauteurs. Zij schreef haar scriptie ‘Omdat er altijd muziek is, als je maar luistert’ onder begeleiding van Harry Bekkering en kreeg hiervoor in 2005 een eervolle vermelding van de jury van de L.M. Boerlageprijs. Na de postdoctorale lerarenopleiding werkte zij als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs. Momenteel is zij werkzaam als docent Bedrijfscommunicatie en Nederlands aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
| |
Lieneke Iepema
Lieneke Ipema studeerde Nederlandse Taal en Cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen en schreef in 2004 haar afstudeerscriptie Kaas met pitjes. Het beeld van ‘de ander’ in de verhalende jeugdliteratuur uit de jaren negentig. Ze ontving hiervoor in januari 2007 de L.M. Boerlageprijs, de prijs voor de beste universitaire scriptie op het gebied van de jeugdliteratuur.
| |
Harm de Jonge
Werkte als docent in het voortgezet onderwijs en aan een lerarenopleiding voor het basisonderwijs. Sinds eind jaren negentig is hij fulltime schrijver. Regelmatig publiceert hij over kinder- en jeugdliteratuur in onder meer het Dagblad van het Noorden. De Jonge debuteerde in 1989 met Steenkuib is een rat. Veel waardering oogstte hij met het drieluik Tijgers huilen niet, Jesse ‘ballewal-tsjí’ en De circusfietser, autobiografisch getinte verhalen die in en vlak na de Tweede Wereldoorlog spelen.
| |
Vanessa Joosen
Studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Antwerpen en behaalde een MA in Children's Literature aan de University of Surrey Roehampton. Aan de UA geeft ze les over jeugdliteratuur en schreef ze een proefschrift over de wisselwerking tussen sprookjestheorie en postmoderne sprookjes in de periode van 1970 tot 2006. Daarnaast doet ze onderzoek naar vertalingen van jeugdliteratuur en naar literatuur voor adolescenten.
| |
Helma van Lierop-Debrauwer
Was docente Nederlands in het voortgezet onderwijs en hoger beroepsonderwijs. Daarna universitair docent Theorie en Geschiedenis van de literatuur aan de Universiteit van Tilburg. Sinds 1999 bijzonder hoogleraar Kinder- en jeugdliteratuur op de Annie M.G. Schmidt leerstoel van de Leidse letterenfaculteit en sinds 2002 ook hoogleraar in Tilburg.
| |
| |
| |
Marita Mathijsen
Marita Mathijsen is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde, met een specialisatie in de negentiende-eeuwse letterkunde. Publiceerde onder meer Nederlandse literatuur in de Romantiek, De gemaskerde eeuw en Naar de letter, waarin zij theorie en praktijk van het editeren verbindt. Op het gebied van de moderne letterkunde publiceerde zij studies over Harry Mulisch en Hans Faverey.
| |
Piet Mooren
Universitair docent aan de Faculteit Cultuur en Communicatie van de Universiteit van Tilburg. Publiceert regelmatig over het gebruik van kinder- en jeugdliteratuur in vooral het basisonderwijs. Promoveerde op Het prentenboek als springplank. Cultuurspreiding en leesbevordering met prentenboeken, bundelde artikelen in Langs de Lange Lindelaan. Opstellen over jeugdliteratuur en leesonderwijs en was vanaf de start co-redacteur van de jaarlijkse Tilburgse symposia rond jeugdliteratuur.
| |
Wilma van der Pennen
Publiciste en redacteur van onder meer de Gids Boek en Jeugd 12+, de Peuterboekengids, Lexicon van de jeugdliteratuur en de UittrekselBank Jeugd (op cd-rom). Is als eindredacteur verantwoordelijk voor www.leesplein.nl, de internetsite voor kinderen van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Van 2003-2006 lid van de Zoenjury.
| |
Gerard de Vriend
Universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Geeft hier ook colleges jeugdliteratuur. Promoveerde in 1996 op Literatuuronderwijs als voldongen feit. Legitimeringen voor het leren lezen van literatuur op school (Amsterdamse Historische Reeks).
|
|