Nieuws
De nieuwe titels van december 2024
Alexander Cohen werd geboren als Nederlander en stierf als Fransman. Hij begon zijn loopbaan als soldaat-schrijver in het Nederlands-Indische leger en eindigde als onafhankelijk dagbladschrijver. In het politieke vlak lag zijn grootste ommezwaai: van anarchist naar monarchist. Door alle veranderingen heen bleef hij zichzelf trouw, een onafhankelijk polemist die fel uithaalde tegen alles wat hem niet beviel: ‘Stryden alleen is léven’. Een selectie uit zijn talloze briefwisselingen met schrijvers en politici in binnen- en buitenland is door Ronald Spoor voorzien van uitgebreide annotaties en uitgegeven als Alexander Cohen, ‘Brieven 1888-1961’.
Een Vlaamse naam om deze maand te herontdekken is Joos Lambrecht, die een niet onbelangrijke bijdrage heeft geleverd aan de vormgeving van de Nederlandse taal. Als drukker, lettersnijder en taalkundige die daarnaast ook schoolmeester was, werd hij bekend om zijn Nederlandsche spellijnghe, uutghesteld by vraghe ende antwoorde (1550). Dat was één van de eerste boeken over de Nederlandse spelling, bedoeld voor gebruik op de schoolbanken. Echter, in 1546 reeds schreef hij zijn Naembouck van allen naturelicken, ende ongheschuumden vlaemschen woirden, by a b c, overgezett in walscher tale, het allereerste Nederlands-Franse woordenboek dat in de Lage Landen werd gepubliceerd. Wie er benieuwd naar is, kan het vanaf nu raadplegen.
Wat poëzie betreft is er in december voor ieder wat wils. Drs. P, pseudoniem van Heinz Hermann Polzer, heeft het niet over voetbalploegen maar versvormen (drie terzinen en een distichon) in zijn Tientallen elftallen (1985) die hij later ‘onzijnen’ zal noemen.
De Nederlandse feministe en dichteres Anna van der Horst begon al te dichten op 16-jarige leeftijd. Ze was voorvechtster van vrouwelijke zelfontplooiing, wat reeds bleek uit haar epos Debora in vier zangen (1769). Nu wordt ook Proeven van Bybelsche taferelen (1774) beschikbaar gesteld. Daarin gooit ze het over een theologische boeg met haar navertelde verhalen uit het bijbelboek Genesis, verfraaid met korte dichtstukjes.
In 1953 debuteerte één van de grootmeesters van de Nederlandse misdaadroman, W.H. van Eemlandt, op 64-jarige leeftijd. Hij was oud-ambtenaar in Indië, en na de oorlog werkzaam geweest bij de Fiscale Recherche. Hij heette eigenlijk Haasse, maar koos voor een pseudoniem om zijn schrijvende dochter Hella niet voor de voeten te lopen. Van Eemlandt leverde een wonderbaarlijke prestatie. Niet alleen schreef hij in drie jaar twaalf opmerkelijke politieromans (drie in 1953, vier in 1954, vijf in 1955) maar ze waren nog perfect ook. Daarvan komen er deze maand zes online, plus een omnibus met drie titels.
Tot slot voegen we deze maand nog eens drie jaargangen toe van Indische Letteren. Het tijdschrift werd in 1986 opgericht naar aanleiding van Rob Nieuwenhuys’ Oost-lndische Spiegel door Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde. Die blijft zich tot op vandaag inzetten voor het bevorderen van de literatuur van en over Nederlands-lndië, van de Compagniestijd tot heden. Sinds maart 1986 verschijnt Indische Letteren vier maal per jaar en vanaf nu zijn er 37 jaargangen beschikbaar.