Nieuws
De nieuwe titels van december 2022
Deze maand wordt met Namens Tamar (1964) een bundel columns van Renate Rubinstein uit Vrij Nederland toegevoegd. Ook voegen we een didactisch werk toe van de Jezuïtische rector Jan David: het Occasio arrepta. Neglecta. Illius commoda, huius incommoda (1605). Dit werd gedrukt door Jan I Moretus in Antwerpen. Het werk is bovendien geïllustreerd met twaalf gravures van de Antwerpse graveur Theodore Galle.
Jade, jaspis en de jitterbug. Wijsheid en schoonheid uit het leven van baron Van Stralen op rijm van Ton Ven is een curieuze dichtbundel uit 1964. Achter de dichter Ton Ven schuilt niemand anders dan de schrijver van Bint en Karakter: Ferdinand Bordewijk. In 1916 debuteerde hij onder dat pseudoniem als dichter met de humoristische bundel Paddestoelen. Lange tijd was het onbekend dat achter deze obscure dichter de befaamde jurist en auteur Bordewijk school. Bijna vijftig jaar later, niet ver voor zijn dood in 1965, hernam Bordewijk de mystificatie met een nieuwe bundel onder de auteursnaam Ton Ven. Aan zijn uitgever Nijgh & Van Ditmar schreef hij: ‘In dit rijm is gestreefd naar humor, ironie en karikatuur.’ Maar toen was de geheime identiteit van de schertsende dichter Ton Ven al bij een aantal insiders bekend.
Studiën in volksstructuur uit 1951 is één van de latere verhalenbundels van F. Bordewijk, minder bekend dan bijvoorbeeld Blokken, Knorrende beesten, Bint, maar even bizar en verrassend. In 1953 kreeg Bordewijk voor deze bundel en zijn roman De doopvont (1952) de P.C. Hooftprijs.
Van de populaire Brabantse schrijver Antoon Coolen komen er drie toneelstukken en een sprookjesboek bij. Genoveva van Brabant is een toneelstuk in vier bedrijven uit 1954 over de legendarische middeleeuwse volksfiguur. Mars en Venus is een komedie uit 1958. Sawitri is een toneelstuk in drie bedrijven uit hetzelfde jaar, ‘Een oosters spel van de liefde en de dood’. Nieuwe sprookjes uit alle landen (1953) is een door Coolen samengestelde bundel sprookjes voor kinderen met illustraties van Rie Reinderhoff.
Er worden nieuwe jaargangen toegevoegd van drie uiteenlopende Vlaamse tijdschriften. De Belgische Illustratie is een geïllustreerd tijdschrift uit de negentiende eeuw dat zichzelf omschreef als ‘zondags-lectuur voor alle standen’. Het tijdschrift kenmerkt zich door een grote variatie aan onderwerpen, waarbij elk artikel rijkelijk geïllustreerd wordt met gravures. De Groene Linde (1905-1906) is een Leuvens tijdschrift dat slechts een kort bestaan kende, maar toch een nieuwe wind liet waaien in de katholieke letterkundige wereld. Tot slot wordt Golfslag (1946-1950) toegevoegd, een Vlaamsgezind en katholiek maandblad, dat geldt als één van de eerste initiatieven van niet-gecompromitteerde flaminganten na de oorlog.