Nieuws
De nieuwe titels van juni 2022
Al 47 is Mien van ’t Sant (1901-1994) wanneer haar eerste boek op de markt komt. Toch zal ze in haar leven nog ruim 100 titels uitbrengen. Haar familieromans, waarin conflicten met behulp van liefde of godvruchtigheid tot bedaren komen, waren enorm populair en verschenen in grote oplages. Van haar verschijnt deze maand De bungalow aan het wiel (1970), een verhaal over een boerenvrouw die afstand doet van haar bezittingen om een nieuwe weg in te slaan.
Verboden te jodelen! is een verhalenbundel van Peter Andriesse (1941) uit 1969. Voordat de bundel verschenen was, kreeg Andriesse al een eervolle vermelding voor zijn verhalen van de jury van de Reina Prinsen Geerligs-prijs. Het zijn realistische verhalen in een droogkomische, ironische stijl, waarmee Andriesse naam maakte naast verwante auteurs als Hans Plomp en Heere Heeresma. Met hen publiceerde Andriesse het Manifest van de jaren zeventig, waarin ze zich keerden tegen de experimentele literatuur. Jeroen Brouwers hekelde het werk van deze ‘Zeventigers’ zeer in zijn beroemde polemiek ‘De nieuwe revisor’ in Tirade.
Maar liefst tien titels van Hugo Pos (1913-2000) komen deze maand online. Pos was een Surinaams jurist, die pas op latere leeftijd ook auteur werd. Hij kreeg vooral bekendheid met zijn verhalen- en gedichtenbundels, zoals De ziekte van Anna Printemps (1987) met verhalen die zich afspelen in onder meer Paramaribo, Leiden en Sydney. Pos legde zich naast zijn verhalen toe op het kwatrijn, een vierregelige dichtvorm, zoals te lezen in Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen (1993) en Tot in de nde, nde graad. Nestoriaanse kwatrijnen (1998). Michiel van Kempen schreef in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde over Pos: ‘Pos heeft de elementen uit zijn rijke leven optimaal ingezet voor zijn literaire werk, op uiteenlopende wijzen en met telkens andere invalshoeken en details.’
Uit het omvangrijke oeuvre van taalvoorvechter Prudens van Duyse (1804-1859) komen deze maand vijf titels online. Uit de tweeledige zangdicht Griekenland, lierzang. Waterloo, kantate (1826) en het blijspel met zang over de befaamde schilder, Antoon van Dyck, of De reis naar Italië (1841), blijkt zijn grote liefde voor muziek. Verder verschijnen De Gentsche vaderbeul (1839), de beruchte Gentse legende over een veredelde vadermoord, en Levensschets van J.-L. Kesteloot (1852), een brief over het leven van de arts en schrijver. Tot slot is er zijn laatste dichtbundel Nazomer (1859). Deze leverde hem postuum de vijfjaarlijkse Staatsprijs der Vlaamse letterkunde op.
Verder deze maand online: drie werken van de dichter Jan Harmensz. Krul (1601-1646), waaronder de dichtbundel Vermakelijcke uyren uit 1628, de ‘Haagse roman’ Weekend in de Archipel uit 1954 van P.J. Risseeuw, en Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen (1621) van overtuigd katholiek en theoloog Jan Baptist Stalpart van der Wiele (1579-1630).