Nieuwsbrief
5 februari 2025
Nieuws van DBNL - februari 2025
Het gebruik van DBNL in Nederlandstalige Wikipedia-artikelen
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren is een veelgebruikte bron in de Nederlandstalige Wikipedia. Olaf Janssen (Wikimedia-coördinator van de KB, nationale bibliotheek) heeft hier voor de viering van het 25-jarig bestaan van DBNL een mooi overzicht van gemaakt. Dat overzicht heeft hij nu ook beschikbaar gemaakt in de vorm van een datastory.
In deze datastory bekijken we hoe vaak er in welke Wikipedia-artikelen verwezen wordt naar DBNL, en welke DBNL-pagina’s het vaakst worden geciteerd. Ook speuren we naar Wikipedia-artikelen die geheel of grotendeels op DBNL zijn gebaseerd. Dit alles op peildatum 5 september 2024.
De belangrijkste punten uit dit artikel zijn:
- 18.458 verschillende Wikipedia-artikelen bevatten gezamenlijk 30.768 links naar 27.875 verschillende pagina’s in DBNL.
- Deze verwijzingen zijn voornamelijk naar DBNL-auteurspagina’s (16.591 URLs), gevolgd door teksten (13.835 URLs) en titels (240 URLs).
- Het artikel De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen bevat met 442 de meeste links naar DBNL, gevolgd door het artikel Schilder-boeck, met 70 DBNL-URLs.
- Naar de inhoudsopgave van het Algemeen letterkundig lexicon wordt vanuit Wikipedia maar liefst 229 keer verwezen, met op de tweede plek de PDF van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) van Ricky W. Stutgard, met 147 verwijzingen.
- Er zijn 17 Wikipedia-artikelen die (bijna) geheel op basis van DBNL-inhoud geschreven zijn. M.a.w.: zij danken hun bestaan voor een belangrijk deel aan DBNL.
- De onderliggende ruwe data waar dit artikel gebruik van maakt is beschikbaar op GitHub.
Klik hier om het hele artikel te lezen. Dit artikel is ook beschikbaar in de vorm van een PDF en als de presentatie van het DBNL-jubileum.
Nieuwe titels van februari
Er zijn weer heel veel nieuwe werken om te lezen! We lichten er enkele uit.
Deze maand komen er twintig werken van de befaamde dichteres Henriette Roland Holst-van der Schalk (1869-1952) online, echter vooral essay, studies en opstellen en minder poëzie en proza. Onder andere haar studie Socialisme en literatuur komt beschikbaar, voor het eerst verschenen in 1899. Roland Holst, zelf prominent voorvechtster van de socialistische en communistische zaak, onderzoekt in dit boek de verhouding tussen de socialistische leer en literatuur en bepleit een letterkunde die ook de arbeidersklasse op natuurlijke wijze bereikt.
Roland Holst-van der Schalk wijdde ook een aantal beschouwingen aan de rol van de vrouw in de maatschappij en in de socialistische klassenstrijd, zoals De maatschappelijke ontwikkeling en de bevrijding der vrouw uit 1914, een uitgegeven rede waarin zij de volgens haar noodzakelijke eenheid van de socialistische en de vrouwenstrijd bepleitte. Zij stelde hierin onder meer: ‘Vele vrouwen uit de burgerlijke klasse zien dit niet in, zij kunnen niet gelooven, dat slechts in en door het socialisme de bevrijding der vrouw komen zal, zij kunnen dat niet, omdat feitelijk ook al weten zij het zelf niet —de klasse-gevoelens, de klasse-vooroordeelen, sterker in hen zijn dan de sexe-gevoelens, die hen zouden moeten samenbrengen met de vrouwen der proletarische klasse; zij kunnen dat niet, omdat de vrouw in de socialistische maatschappij wel bevrijd zal worden van haar banden als vrouw, maar tevens de vrouw der bezittende klasse haar klasse-voorrechten zal verliezen, zal ophouden als bevoorrecht klassewezen te bestaan.’
Ook haar eerdere publicaties over de vrouwenzaak komen nu beschikbaar, zoals Een woord aan de vrouwen der arbeidende klasse naar aanleiding der nat. tentoonstelling van vrouwen-arbeid (1898) en De vrouw, de arbeidswetgeving en de sociaaldemokratie (1903). Verder ook titels als De socialistische opvoeding der jeugd (1907), De strijdmiddelen der sociale revolutie (1918) en de bloemlezingen Portretten en verzen (1959) en Het leed der mensheid laat mij vaak niet slapen (1984).
Dan wat Vlaamse poëzie. In 1677 zette de Hasseltse Christina van Os haar stad in de kijker met haar Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien &c. op sangs-wijse. De bundel bevat vooral religieuze liederen, maar ook enkele gelegenheidsgedichten over de oorlog tegen Engeland en enkele gericht tot familie en vrienden. Een van haar vriendinnen was trouwens geen onbekende, maar de Amsterdamse dichteres Cornelia van der Veer. Zij heeft zich naar eigen zeggen door de gedichten van Van Os laten inspireren.
Ook uit Vlaanderen: de eerste drie jaargangen van de Nieuwe Reeks van De Vlaamse School, onder hoofdredactie van de bekende schrijver en dichter Pol de Mont. ‘Grondig hervormd, in handiger, meer prakties formaat, verrijkt met een gehele voorraad opzettelik voor haar getekende en gesneden kop- en eindstukken, versierde letters en wat dies meer’, schrijft het tijdschrift over kunst, cultuur, literatuur, en maatschappelijke ontwikkelingen. Zeker de Vlaamse taalstrijd komt veel aan bod.
Parels uit DBNL: ‘Rijmbijbel’ van Jacob van Maerlant
Jacob van Maerlant werd ca. 1230-1235 geboren in de omgeving van Brugge. Rond 1260 werd hij koster in het plaatsje Maerlant op het eiland Voorne, maar bovenal was hij schrijver. In een paar tientallen jaren schreef hij een enorm oeuvre bij elkaar. Al snel na zijn dood werd hij door navolgers de ‘vader der dietsche dichteren algader’, oftewel de stamvader van alle Nederlandse dichters genoemd. Alle teksten die hij ooit produceerde, schreef hij immers in rijmvorm. Van ridderromans zoals Alexanders geesten tot een wereldgeschiedenis zoals de Spieghel historiael, Jacob van Maerlant dichtte ze allemaal. In dat rijtje kan de Rijmbijbel uiteraard niet ontbreken: een vertaling van de Bijbel in versvorm, zou je denken. Toch is dat niet helemaal het geval.
De Rijmbijbel zit complexer in elkaar dan het lijkt. Maerlant zelf gaf het initieel ook een heel andere titel: de Scolastica in dietschen, of ‘Scholastica in de (Dietsche) volkstaal’. Hij baseerde zich immers niet op een Bijbeltekst, maar op de Historia scholastica (ca. 1170) van Petrus Comestor. Dat is een toonaangevend historisch handboek over het Oude en het Nieuwe Testament. Ook maakte hij geen directe vertaling, maar zette hij het Nieuwe Testament om naar een evangeliënharmonie. Daarin voegde hij de vier evangeliën samen tot een doorlopend verhaal. Maar ook na deze harmonie was Maerlants Scolastica niet af. Als vervolgtekst besloot hij ook De bello judaico van Flavius Josephus te vertalen naar zijn Wrake van Jerusalem. Deze tekst gaat over de geschiedenis van de Joodse opstand tegen de Romeinen en speelt zich decennia na Christus’ kruisdood af. Verenig al deze delen met elkaar en je krijgt een indrukwekkend geheel van 35.000 rijmende verzen dat in de late middeleeuwen omgedoopt zal worden tot de Rijmbijbel.
Wat was Maerlants drijfveer om deze Rijmbijbel te schrijven in de volkstaal? Waarschijnlijk had hij als student aan de beroemde Sint Donaas-kapittelschool uitstekend Frans en Latijn geleerd. Daardoor kon hij de kennis die bewaard was in deze talen beschikbaar stellen voor het Dietsche volk. En dat werd op succes onthaald: zijn Middelnederlandse teksten kenden een uitzonderlijk breed bereik. Ook zouden ze nog twee eeuwen lang gekopieerd worden. Daardoor zijn vijftien handschriften van de Rijmbijbel bewaard gebleven, daterend van de late 13e tot en met de 15e eeuw.
Hoe prachtig de manuscripten wel niet zijn, voor wie geen kenner is van middeleeuwse handschriften is onze gedigitaliseerde versie van de tekst wellicht een stuk toegankelijker om te lezen. Neem zelf een kijkje en vergeet niet te genieten van de dichtkunsten van de ‘vader der dietsche dichteren algader’.
Amber Geudens is stagiair communicatie bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken.
Jacob van Maerlant, Rijmbijbel. Handschrift 1275-1300.
Lees meer over Jacob van Maerlant op Literatuurgeschiedenis.org.