Nieuwsbrief
7 maart 2024
Nieuws van DBNL - maart 2024
Nieuwe titels van maart
De Javaanse immigranten naar Suriname brachten de Indonesische verhalen over het beroemde hertje Kantjil mee. In de Javaans-Surinaamse verteltraditie werd het hertje vaak een konijn, omdat, zoals Hein Vruggink schreef in Javaanse volksverhalen, het dwerghertje in Suriname niet voorkomt. In Suriname werd het hertje/konijn soms de ‘Javaanse Anansi’ genoemd, en er zijn talloze verhalen over. In Dongeng Kancil uit 1983 is een kantjil-verhaal van Saleman Siswowitono opgenomen.
In 1983 verscheen Naar de Barbiesjes van J.B. Charles. Dit jeugdverhaal met historische details en informatie over de Surinaamse bevolking en natuur speelt zich af in het Suriname van 1849. De jonge totslaafgemaakte Abonni, die zich later Mongelawo gaat noemen, vlucht samen met zijn vrienden Axel, Mani da Costa en Tania naar Berbice in Brits Guyana. Zij delen de overtuiging dat de slavernij afgeschaft moet worden en besluiten Suriname te verlaten. Na een angstaanjagende tocht over rivieren, door het oerwoud en over de savannen belanden zij tenslotte in Brits Guyana, waar de slavernij reeds is afgeschaft.
Cornelia Lubertina van der Weyde liet zich dagelijks opsluiten in de Haagse Gevangenpoort bij de patriot Jean Henry des Villates, waar ze allebei romans schreven. Met de komst van de Fransen werden ze vrijgelaten. In 1797 publiceerde Van der Weyde Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen. De Vrugten bevat een drama, een romance en essays over allerlei onderwerpen, zoals de maatschappelijke rol van vrouwen, de vraag of romans goede boeken zijn en ‘de gevolgen der losbandigheid’. In ‘Aan de negerslaaven’ schreef zij ‘op de wreedste wijze behandeld, was het, ten kosten van uw zweet en bloed, dat de dartele Europeaan de suiker kon gebruiken; — te vergeefsch richtet gijlieden uwe onschuldige handen en schreiende oogen naar den Hemel, uwe klagten bleven onverhoord; de woeste Europeaan dorst in twijfel trekken, of gij evenveel recht op de vrijheid hadt als hij.’ Volgens Van der Weyde zou het einde van de slavernij door toedoen van de Franse Revolutie spoedig nabij zijn. Maar dat zou in Suriname nog langer dan een halve eeuw duren.
In 1826 publiceerde Petronella Moens haar Dagboek voor mijne vrouwelijke landgenooten. Dit was niet een echt dagboek, maar een verzameling overdenkingen, brieven en verhalen, geïnspireerd door de actualiteiten. Ze schreef dit specifiek voor een vrouwelijk publiek vanwege haar neiging ‘om, bij het behandelen van een onderwerp, door de geringste aanleiding van hetzelve af te dwalen, en aan mijne gedachten den vrijen teugel te vieren’. Ze dacht dat dit ‘door mijne eigene sekse beter geduld, of met meer toegevendheid beschouwd worden, dan door mannelijke letterkundigen, waaronder zich meer echte geleerden bevinden, die door aanhoudende oefeningen meer aan eene geregelde denkwijze gewoon zijn.’ Moens kende haar publiek goed, want het boek viel in de smaak en in 1831 verscheen er een tweede deel.
Ten slotte zijn de eerste jaargangen van De Leiegouw beschikbaar. In dit halfjaarlijkse tijdschrift van de gelijknamige vereniging komen allerlei aspecten van het geschied-, taal- en volkskundig onderzoek in het Kortrijkse aan bod.
Onder de loep
‘In mijn huidige onderzoek wil ik een bijdrage leveren aan de grote literatuurhistorische vraag: hoe heeft het Nederlandse toneel uit de vroegmoderne tijd zich ontwikkeld in relatie tot andere Europese toneeltradities? Mede dankzij de gedigitaliseerde archieven van de Amsterdamse Schouwburg (door het project ONSTAGE) weten we bijvoorbeeld dat bewerkingen van Frans en Spaans toneel zeer populair waren in de zeventiende eeuw. Hoe zijn die verhalen uit andere culturen bewerkt voor een Nederlands publiek? Om die vraag te beantwoorden, ontwikkel ik samen met specialisten van de KB en studenten van de Rijksuniversiteit Groningen een volledig geannoteerd corpus van vroegmodern toneel, op basis van de toneelteksten die zijn opgenomen in DBNL.
Met dat corpus kunnen we straks de relatie tussen Nederlandse bewerkingen en hun bronnen systematisch gaan analyseren – op grote schaal én over de taalgrenzen heen. Ook wordt het mogelijk om de interacties tussen personages, spreekstijlen van personages en de plotontwikkeling van historische toneelstukken heel nauwkeurig te gaan beschrijven. Bijvoorbeeld met behulp van netwerkvisualisaties, waarin interacties op het podium als relaties in een netwerk zichtbaar worden. Zo leren we onze toneelgeschiedenis met nieuwe ogen bekijken.
DBNL is ook voor toneelonderzoek een fantastische schatkamer, vanwege het grote aantal toneeledities dat in de digitale bibliotheek is opgenomen. Voor de zeventiende eeuw gaat het om zo’n 200 edities, die bij elkaar een flinke steekproef vormen van de totale productie in deze periode. We werken met name met zogenaamde XML-versies van de digitale edities: tekstbestanden waarin de lay-out en de tekststructuur gemarkeerd is. Sinds enkele jaren zijn deze XML-bestanden beschikbaar op de site voor bijna alle edities in DBNL. We integreren de bestanden van DBNL in de internationale toneeldatabase DraCor, waarmee ons digitale literaire erfgoed de internationale context krijgt die voor de Nederlandse literatuur altijd zo relevant is geweest.
Tijdens mijn residency richt ik mij vooral op laat-zestiende-eeuws en zeventiende-eeuws toneel. Maar het doel is om de ervaringen van het residency te gaan gebruiken om het corpus uiteindelijk uit te breiden naar de achttiende en misschien ook negentiende eeuw. Met die uitbreiding wordt het in de toekomst mogelijk om veranderende conventies in de compositie en stijlen van Nederlandstalig toneel over een langere periode te gaan beschrijven. Wordt vervolgd!’
Lucas van der Deijl is als universitair docent Oudere letterkunde verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast werkt hij de komende maanden als researcher-in-residence bij de KB. Zijn onderzoek richt zich op de ontwikkeling van het Nederlands toneel uit de vroegmoderne tijd in relatie tot andere Europese toneeltradities, aan de hand van toneelteksten die zijn opgenomen in DBNL.