Nieuwsbrief
6 september 2023
Nieuws van DBNL - september 2023
Publicatie zeemanswoordenboek op Woordenschat.com
Op de website Woordenschat.com is sinds kort een pagina te bezoeken waar een document uit het archief van de KB, de nationale bibliotheek in Den Haag is verwerkt tot een toegankelijk leesbare versie. Het betreft een zeemanswoordenboek uit 1681, oftewel een woordenlijst met woorden die van doen hebben met scheepvaart en de maritieme cultuur.
Woordenschat.com is een initiatief om een schat aan buitengewone woorden te bundelen op één website. De database bestaat uit ruim 2200 moeilijke of interessante woorden en wordt elke dag uitgebreid, mede dankzij de samenwerking tussen Woordenschat.com en de KB. De woorden op de website zijn gegroepeerd op herkomst en er is een zoekfunctie om het vinden van bijvoorbeeld synoniemen makkelijker te maken. Ook zijn alle woorden voorzien van voorbeelden.
Een extra interessante functie is de ‘random woord’-knop op de website. Hiermee kan de bezoeker zich onbeperkt laten verrassen door moeilijke woorden uit de database. Of je nou op een gemakkelijke manier je woordenschat wil uitbreiden, dan wel je lexicon wil testen: op Woordenschat.com kunnen taalliefhebbers hun geluk niet op!
Nieuwe titels van september
Ook deze maand weer veel kinderboeken uit en over Suriname. Zo komen er van Mechtelly zeven jeugdboeken voor verschillende leeftijden beschikbaar. In Asekete (1982) gebruikt ze een houten beeld uit de collectie van kunstenaar Max van der Bosch om de lezer kennis te laten maken met de cultuur van de inheemse bevolking. Van Ismene Krishnadath komen elf titels beschikbaar, waaronder Kook mee (2011), een kinderkookboek gecombineerd met verhalen. Het bevat heel veel recepten met manja (mango), maar ook een recept voor pompoencake. Perfect voor de herfst dus.
Djoko miskin. De arme jongeling (1983) van Pamin Asmawidjaja gaat over een arme jongen die president wordt. Asmawidjaja tekende het verhaal op uit de Javaans-Surinaamse mondelinge traditie. Anansi. Surinaamse volksverhalen is een verzameling verhalen over de beroemde spin Anansi van de hand van Simon Franke, in een bewerking van Anneke Huyser uit 2006.
Romeo Grot publiceerde in 1990 Raj Powpi, een sprookje over een prins die door zijn ouders bij een gewone vrouw wordt ondergebracht om het echte leven van de bevolking te leren kennen. De Bigibereman (1992) gaat over een man die zichzelf onzichtbaar kan maken en zo twee jongens helpt om een lopende oorlog te stoppen. Ook Hindostaans-Surinaamse sprookjes en verhalen van Effendi Ketwaru jr. in Rani en de slangenkoning en Koning Bali en de macht van Divali. Ketwaru stelde ook de verzamelbundels met kinderverhalen Birbal en de bedelaars en Birbal en de barbier samen.
Suriname van Karen Bos uit 2008 is een informatief jeugdboek uit de Wereldreeks, op bezoek in Zuid-Amerika. Het bespreekt allerlei aspecten van het land en is voorzien van tal van foto’s en illustraties.
Van Allard Pierson komt het vierdelige standaardwerk Geschiedenis van het roomsch-katholicisme tot op het concilie van Trente (1868-1872) beschikbaar. Henriette Roland Holst publiceerde in 1918 ook een dikke pil met het historisch-materialistische werk De revolutionaire massa-aktie.
Ludolph Smids publiceerde in 1711 Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen. Een hele mond vol, maar het dekt zeker de lading: over talloze plaatsen, personen en begrippen weet Smids iets interessants te zeggen. Van Catharina van der Meulen verscheen in 1694 Het eensaem tortel-duyfken rustende op den aenghenaemen rooselaer gheplant in't hemels lust-hofken, dat tal van stichtelijke liederen bevat voor de katholieke gelovige.
Ten slotte zijn er weer flink wat tijdschriften toegevoegd, waaronder (vrijwel) alle jaargangen van de letterkundige publicaties ‘t Fonteintje, Germania en Nieuwe Wegen.
Parels uit DBNL: ‘Liefdes verklaringen’ van Leonard Nolens
Liefdes verklaringen van Leonard Nolens (Bree, 1947) is de tiende dichtbundel van Vlaanderens grootste nog levende dichter. De bundel verscheen in 1990 bij Querido en betekende de definitieve doorbraak bij een groter – het blijft poëzie – publiek. Sindsdien werd de bundel vijf keer als afzonderlijke uitgave herdrukt. De gedichten zijn ook opgenomen in de verschillende edities van Nolens' verzameld werk.
Nolens debuteert in 1969 met Orpheushanden, in 1973 gevolgd door De muzeale minnaar. Twee bundels die met barokke taalexperimenten verraden dat hij in die jaren redacteur is van het avant-garde tijdschrift Labris. Gaandeweg maakt het vormexperiment echter plaats voor toegankelijker, beheerster, in latere jaren zelfs vormvaste poëzie. Zijn thematiek blijft evenwel gelijk. Leven en poëzie, voor Nolens één en ondeelbaar, worden obsessief in vraag gesteld. Zowel het ik als de ander, zeker ook de geliefde, blijven vreemden voor de dichter. Taal is het onaffe instrument waarmee hij de opheffing van die vervreemding nastreeft, vruchteloos, maar daarom niet minder noodzakelijk. Het maakt zijn poëzie levensnoodzakelijk en compromisloos. In de woorden van Herman de Coninck: ‘Ik ken geen Nederlandstalige dichter die zo hoog grijpt. Die zozeer zijn ars poetica is.’
Jarenlang verruilt Nolens dagelijks zijn huis voor een kluizenaarsplek buiten de deur. Hij drinkt er, schrijft er zijn gedichten en houdt er een dagboek bij. Vanaf 1989 publiceert hij, te beginnen met Stukken van mensen, fragmenten uit die dagboeken. Het zijn aantekeningen doordrenkt van dezelfde bezieling en ernst als zijn poëzie. ‘Ik ben een navelstaarder. Maar mijn navel is enorm.’ We leren in die fragmenten ook zijn geestverwanten kennen, de gelijkgestemden die hij leest en herleest: Canetti, Cioran, Celan, Rilke, Pavese, Pessoa, om een paar belangrijke namen te noemen. Wie vertrouwd is met hun oeuvres herkent ook echo’s van hun werk in Nolens’ poëzie.
De rusteloosheid van Nolens’ gedichten vraagt om vertraagde tijd. Geen betere man om daarvoor te zorgen dan Nolens zelf. Ten tijde van het verschijnen van Liefdes verklaringen woonde ik samen met een vriendin geregeld de Middagen van de Poëzie van het Poëziecentrum in Het Toreken op de Gentse Vrijdagsmarkt bij. Daar hoorde ik Nolens voor het eerst spreken. Hij beantwoordde de vragen van de interviewer aarzelend, met om zich heen tastende stiltes, en sprak daarna zijn bezweringen uit. Helaas is van die voordracht online geen spoor terug te vinden. Gelukkig zijn er andere optredens, zoals tijdens de Nacht van de Poëzie in 2014 (Tivoli Vredenburg, Utrecht).
Uit de afdeling ‘Melancholie’ in Liefdes verklaringen:
Het
Het komt in de ochtend, de wekker slaat af en het nieuws is besteld.
De schuimende wangen, het mes en de ogen, ze hangen vertind
In de spiegel, uit kranen en gaten ontsnapt er een langzame stroop
Van gezoem, en de wijzers, de handen, ze kijken er werkeloos toe.
Het komt in de middag, het vlees is versneden, de zomer staat hoog
In de flessen die rondgaan en beven, geen zout kan het bloeden nog stelpen,
De glazen gaan gillen en springen geluidloos aan scherven, verblind
Door een zenit, en huisdieren, gasten versmelten tot één aangezicht.
Het komt in de avond, het komt ook het liefst in de avond, de nachten.
Het aloude speeksel bevriest op de tong van de kusser, het strelen
Verlamt de gestreelde, haar dromen verbeelden een droomloze slaap
In het ijzeren bed van een ijzig hotel, maar wék me toch, wék me.
Het is een gezonde vermoeidheid van voor en van na dit leven
Die ons maar niet wil vergeten, het is een soort prangende rust
Die de spieren pijnlijk ontspant en het voorhoofd dwingt op de rand
Van de tafel, een grondeloos willen verzinken in iemand, in iets.
Steven Claeyssens is conservator digitale collecties bij de KB, de nationale bibliotheek van Nederland.
Leonard Nolens, Liefdes verklaringen. Querido, Amsterdam 1991 (tweede druk).