Nieuwsbrief
1 februari 2023
Nieuws van DBNL - februari 2023
Nieuwe titels van februari
Deze maand twee jeugdboeken van Henriëtte van Eyk. De jacht op de spiegel (1952) is een kinderboek over een wereld waar niemand een spiegel heeft, totdat een jongetje van de maan naar de wereld afdaalt met een spiegel. Een eindje om (1951) is een humoristisch, sprookjesachtig boek over twee meisjes, ‘Annabella en ik’, die tochten door Amsterdam ondernemen.
Inez van Dullemen woonde eind jaren zestig enige tijd in de Verenigde Staten en maakte daar vele reizen. Ze deed er verslag van in haar reisbrieven voor De Volkskrant. In 1967 werden deze gebundeld als Op zoek naar de olifant. Het zijn reportages waarin Van Dullemen steeds op zoek gaat naar de gewone Amerikaanse man/vrouw en talloze bijzondere ontmoetingen meemaakt. Luizenjournaal (1969) is een historische roman over de trek van de Mormonen naar het westen van Amerika in de negentiende eeuw, op de vlucht voor discriminatie en geloofsvervolging. Ook de verhalenbundel De schaduw van de regen (1960) komt beschikbaar. Voor het verhaal ‘De oude man’ uit deze bundel kreeg Van Dullemen de Amsterdamse Novelleprijs.
Nieuw werk van de zeventiende-eeuwse minderbroeder Franciscus Cauwe. De pelgrimagie van het kindeken Jesus bestaat uit drie delen uitgegeven in 1667, 1674 en 1675. De kern van het werk wordt gevormd door Cauwes vertaling van het pseudo-bonaventuriaanse Meditationes Vitae Christi.
Ook nieuw werk van August Snieders. In De fortuinzoekers (1858) formuleert Snieders een kritiek op de emigranten naar Amerika, die volgens Snieders gedreven worden door de hersenschim dat het geluk elders te vinden is. Fata morgana. Beelden uit het leven (1887) betreft een verzameling van zes realistische novellen en verhalen.
Mevrouw en meneer Richebois (1954) is één van de latere verhalenbundels met zeer korte stukken van F. Bordewijk, die in een voorwoord schreef dat hij zijn verhalen slechts als ‘verstrooiing’ aanbood. Maar volgens De Telegraaf was het een verstrooiing die ‘in een zwaar gewaad’ gekleed ging.
Misdaad wordt gestraft van C. Buddingh’ uit 1967 is een tragikomische roman over een etmaal uit het leven van een man die als verdacht wordt gezien bij een moordzaak.
De zaak Beukenoot was het Boekenweekgeschenk van 1950, geschreven door Marianne Philips. Het geschenk verscheen toen nog anoniem en lezers mochten raden wie de auteur was. Velen dachten W.F. Hermans of Johan Fabricius, slechts weinigen hadden Philips geraden. Het verhaal gaat over klassenjustitie: een man wordt beschuldigd van een curieus misdrijf, maar kan zich niet vrijpleiten. De jacht op de vlinder (1932) is een kort verhaal van Philips, een sprookjesachtig relaas over het oude China.
Ook wordt weer een aantal recente werken van Sybren Polet toegevoegd: de roman De andere stad (oorspronkelijk 1994), de verhalenbundel De gouden tweehoek (2011) en de dichtbundel Het aaahh & ooohh van de verbonaut. Achtergelaten gedichten (2014).
Parels uit DBNL: ‘Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst’ van J.B. van Helmont
Ick scheyde dit boeck met paelen, en afheyningen betuynt, niet door capittelen, oft hoofden, want dit boeck en heeft maer een hooft, 't welk is het mijne.
In dit korte citaat uit de inleiding van Dageraed, krijgen we meteen een vlugschets van het karakter van de schrijver: een eigenzinnige denker die schrijft met veel humor, prat gaat op zijn autonomie, en die zich bovendien kenmerkt door een creatieve omgang met de taal.
Dit boek heeft maar één hoofd, en dat is het hoofd van Joan Baptista van Helmont. Geboren in Brussel aan het einde van de zestiende eeuw, was Van Helmont actief in een cruciale periode in de geschiedenis van de wetenschappen. Eén van de strijdkampen van zijn dag betrof het gezag en de methodes van de scholastici aan de universiteiten. Van Helmont studeerde geneeskunde aan de universiteit van Leuven, maar hij zou zich al snel teleurgesteld afkeren van de academische geneeskunde en zijn eigen weg bewandelen.
Ook tegen de nieuwe speler op het veld, de sociëteit van Jezus (ook bekend als de orde van de Jezuïeten), keerde hij zich fel, en dat zou hem later zuur opbreken. Omwille van een offensief van de jezuïet Johannes Roberti, die gesteund wordt door professoren uit Van Helmonts alma mater te Leuven, wordt hij gedurende vele jaren vervolgd door de Spaanse inquisitie. Hierdoor was het zeer moeilijk om tijdens zijn leven publicatierechten te verkrijgen, en zijn verzameld werk verschijnt pas na zijn dood in het Latijn onder de titel Ortus Medicinae.
Eén van de gecontesteerde strijdpunten was de methode om tot geneeskundige kennis te komen. De geleerden van de faculteit geneeskunde bouwden verder op de studie van autoriteiten zoals Galenus en Avicenna, en niets kon verder staan van de praktijk van Van Helmont, waar experiment en goddelijke inspiratie centraal staan. Ook de keuze voor zijn moedertaal kadert binnen de strijd tegen de geleerden van het klassieke onderwijssysteem.
Postuum verschijnt naast het verzamelde werk in het Latijn, ook een Nederlandstalig werk: Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst. De inhoud komt deels overeen met de inhoud van de Latijnse uitgave Ortus Medicinae, maar volgt een helderder plan en vormt een afgewerkt geheel.
In de twee inleidingen die Van Helmont schrijft voor Dageraed, beargumenteert hij uitvoerig de keuze voor zijn moedertaal. Enerzijds stelt hij te willen schrijven in de taal van zijn gemeenschap (gemeynte) opdat zijn naaste er baat uit kan halen. Anderzijds verdedigt hij het gebruik van het Nederlands − toen aangeduid als Nederduits − op basis van een eigen kennistheorie. Volgens Van Helmont vindt de ‘eerste inval van het begrip’ (eerste begrijps inval) plaats in de ziel, zonder mediëring van de taal. Deze rauwe vorm van begrijpen wordt pas in een tweede beweging − in het gemoed − omgezet in woorden. Deze omzetting gebeurt echter steeds in de moedertaal, die sinds jongs af aan ‘ingelijfd’ is door de denker. Indien de denker dit begrip echter opnieuw moet overzetten in een andere taal, wordt het verder vervreemd van de eerste zuivere inval.
In Daegeraed wordt kortom niet enkel de geneeskunde behandeld, het omvat ook een eigen epistemologie en filosofie van de geest. Het werk vormt dan ook een bijzondere bron voor taalkundigen, epistemologen en wetenschapshistorici. Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst is beschikbaar met een volledige transcriptie op DBNL.
Jef De Langhe is projectmedewerker bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken voor het krantendigitaliseringsproject Nieuwe Tijdingen en de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.
Joan Baptista van Helmont, Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst. Uitgeverij W.N. Schors, Amsterdam 1978 (fotomechanische herdruk van de in 1660 te Rotterdam verschenen uitgave)